ECLI:NL:RBDHA:2023:12607
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag met betrekking tot Litouwen
In de zaak tussen de verzoeker, vertegenwoordigd door mr. S. Thelosen en mr. F. Zeven, en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. R.P.G. van Bel, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 1 augustus 2023 uitspraak gedaan. De zaak betreft een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker had op 23 juni 2023 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar deze aanvraag werd door de Staatssecretaris niet in behandeling genomen. De reden hiervoor was dat Litouwen verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de asielaanvraag van de verzoeker.
De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 18 juli 2023, waarbij de verzoeker aanwezig was met zijn gemachtigde en een tolk, E.S.S. Smirnova-Smits. De voorzieningenrechter heeft de zaak samen met een andere zaak (NL23.18544) behandeld. In de uitspraak van die andere zaak is besloten dat een voorlopige voorziening niet meer nodig is, waardoor het verzoek van de verzoeker om een voorlopige voorziening werd afgewezen. De voorzieningenrechter heeft ook geoordeeld dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. J.J. Catsburg, in aanwezigheid van mr. M.A.W.M. Engels, griffier, en is openbaar gemaakt op 1 augustus 2023. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.