Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], uit [woonplaats], eiser
Inleiding
Wat ging aan deze procedure vooraf
Wat vindt het UWV
.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 23 augustus 2023 uitspraak gedaan in het beroep van eiser tegen een besluit van het UWV, waarbij de mate van arbeidsongeschiktheid van eiser op 8 juli 2021 op 67,56% is vastgesteld. Eiser had eerder een WIA-uitkering ontvangen, maar was het niet eens met de herbeoordeling van zijn arbeidsongeschiktheid. De rechtbank heeft vastgesteld dat het UWV de aanvraag voor de WIA-uitkering correct heeft behandeld en dat de medische beoordeling zorgvuldig is uitgevoerd. Eiser heeft zijn bezwaren tegen de vastgestelde beperkingen en de geschiktheid van de geduide functies niet voldoende onderbouwd. De rechtbank concludeert dat er geen reden is om aan de medische beoordeling van het UWV te twijfelen en dat eiser recht heeft op een WIA-uitkering van 67,56% arbeidsongeschiktheid. Het beroep van eiser is ongegrond verklaard, wat betekent dat hij geen gelijk krijgt in deze procedure. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de door eiser gemaakte proceskosten niet vergoed worden, omdat hij in het ongelijk is gesteld.