ECLI:NL:RBDHA:2023:12531
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag
In de zaak tussen een verzoeker, die van Algerijnse nationaliteit is, en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 22 augustus 2023 uitspraak gedaan. De verzoeker had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar deze aanvraag was bij besluit van 8 mei 2023 door de verweerder buiten behandeling gesteld. Hiertegen heeft de verzoeker beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De gemachtigde van de verzoeker heeft aangegeven dat zowel de verzoeker als hijzelf niet ter zitting zouden verschijnen en heeft verzocht om de voorlopige voorziening op basis van de ingediende stukken af te doen. De verweerder heeft een verweerschrift ingediend en toestemming gegeven om de zaak zonder zitting af te doen. De voorzieningenrechter heeft het onderzoek gesloten en overwogen dat, gezien de uitspraak van dezelfde rechtbank in een andere zaak (zaaknummer NL23.14577), een voorlopige voorziening niet meer nodig was. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. T.A. Oudenaarden, in aanwezigheid van mr. Y. van Wijk, griffier, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.