ECLI:NL:RBDHA:2023:12518

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
22 augustus 2023
Publicatiedatum
22 augustus 2023
Zaaknummer
NL23.19711, NL23.19713 en NL23.19715
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoeken om voorlopige voorziening in asielzaken met betrekking tot verantwoordelijkheid van Frankrijk

Op 22 augustus 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaken NL23.19711, NL23.19713 en NL23.19715. De verzoekers, van Libanese nationaliteit, hadden een verzoek ingediend om een voorlopige voorziening in het kader van hun aanvragen voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was verweerder in deze procedure. De verzoekers waren van mening dat hun aanvragen in Nederland behandeld dienden te worden, maar de staatssecretaris had besloten dat Frankrijk verantwoordelijk was voor de behandeling van deze aanvragen.

De verzoekers hebben tegen de besluiten van de staatssecretaris beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting waren de verzoekers, hun gemachtigden en een tolk aanwezig. De voorzieningenrechter heeft de verzoeken behandeld, maar heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er op dezelfde dag al uitspraak was gedaan in andere aanverwante zaken (NL23.19709, NL23.19712 en NL23.19714). Hierdoor was er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening.

De voorzieningenrechter heeft de verzoeken om voorlopige voorziening afgewezen en aangegeven dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. M. Munsterman, in aanwezigheid van griffier mr. F. Aissa, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.19711, NL23.19713 en NL23.19715

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaken tussen

[naam] , verzoeker,

geboren op [geboortedatum] ,
van Libanese nationaliteit,
V-nummer: [nummer] ,

[naam] , verzoeker,

geboren op [geboortedatum] ,
V-nummer: [nummer] ,
Van Libanese nationaliteit,

[naam] verzoekster,

geboren op [geboortedatum] ,
van Libanese nationaliteit,
V-nummer: [nummer]
Mede namens haar minderjarige kinderen:
[naam],
geboren op [geboortedatum] ,
Van Libanese nationaliteit,
V-nummer: [nummer] ,

[naam] ,

geboren op [geboortedatum] ,
Van Libanese nationaliteit,
V-nummer: [nummer] ,
(gemachtigde: mr. T. Bruinsma),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder,

(gemachtigde: mr. M.J.C. van der Woning).

Procesverloop

Bij afzonderlijke besluiten van 6 juli 2023 (de bestreden besluiten) heeft verweerder de aanvragen van verzoekers tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen, omdat Frankrijk verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvragen.
Verzoekers hebben tegen de bestreden besluit beroep ingesteld. Zij hebben verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft de verzoeken, tezamen met zaaknummers NL23.19709, NL23.19712 en NL23.19714, op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: verzoekers, de gemachtigde van verzoekers, de gemachtigde van verweerder. Tevens was een tolk aanwezig.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummers NL23.19709, NL23.19712 en NL23.19714, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op de beroepen. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Munsterman, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. F. Aissa, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.