ECLI:NL:RBDHA:2023:12464
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de ontvankelijkheid van asielaanvragen van vreemdelingen met onbekende bestemming
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 18 augustus 2023, worden de beroepen van twee eisers tegen besluiten van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beoordeeld. De staatssecretaris had op 25 april 2023 besloten om de asielaanvragen van de eisers, ingediend op 10 november 2022, niet in behandeling te nemen, omdat Italië verantwoordelijk was voor de behandeling van deze aanvragen. De rechtbank heeft in deze zaak geen zitting gehouden, omdat dit niet nodig werd geacht.
De rechtbank heeft allereerst de ontvankelijkheid van de beroepen beoordeeld. Uit informatie van de staatssecretaris bleek dat eiseres 1 op 10 mei 2023 met onbekende bestemming was vertrokken en dat eiseres 2 op 25 april 2023 eveneens met onbekende bestemming was vertrokken. De gemachtigde van de eisers heeft op 25 mei 2023 aangegeven geen contact meer te hebben met beide eisers. Dit leidde de rechtbank tot de conclusie dat de eisers kennelijk geen prijs meer stelden op de door hen aanvankelijk gezochte bescherming in Nederland.
Gelet op de vaste rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, waarin wordt gesteld dat een vreemdeling die met onbekende bestemming is vertrokken en geen contact meer onderhoudt met zijn gemachtigde, geen procesbelang meer heeft, heeft de rechtbank geoordeeld dat de beroepen niet-ontvankelijk zijn. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen indien zij het niet eens zijn met de uitspraak.