ECLI:NL:RBDHA:2023:12460

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
9 juni 2023
Publicatiedatum
21 augustus 2023
Zaaknummer
NL22.24809
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beperking van kennisneming van onderzoeksresultaten in asielprocedure

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 9 juni 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de aanvraag van een verblijfsvergunning asiel. Eiser had tegen het besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beroep ingesteld, nadat zijn aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet-ontvankelijk was verklaard. De rechtbank heeft het beroep behandeld op 5 januari 2023, waarbij eiser niet aanwezig was, maar de Staatssecretaris vertegenwoordigd was door zijn gemachtigde.

Na de zitting heeft de rechtbank het onderzoek heropend en de Staatssecretaris verzocht om de aan het onderzoeksresultaat van Bureau Documenten ten grondslag liggende stukken te overleggen. De Staatssecretaris heeft een beroep gedaan op artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en verzocht om beperking van de kennisneming van deze stukken. De rechtbank heeft de gegevens beoordeeld en geconcludeerd dat het belang van de Staatssecretaris bij beperkte kennisneming in dit geval zwaarder weegt dan het individuele belang van eiser bij onbeperkte inzage.

De rechtbank heeft de Staatssecretaris verzocht om binnen drie weken een samenvatting te geven van de kern van de gronden waarop het afwijzende asielbesluit berust. Dit verzoek is gedaan om te waarborgen dat eiser alsnog inzicht krijgt in de redenen van de afwijzing, zonder dat de vertrouwelijkheid van de onderzoeksmethoden van Bureau Documenten in gevaar komt. De rechtbank benadrukt dat deze beslissing niet betekent dat in andere zaken dezelfde afweging zal gelden. Indien de Staatssecretaris de samenvatting niet tijdig overlegt, zal de rechtbank zelf een samenvatting opstellen, waarna eiser de gelegenheid krijgt om hierop te reageren voordat de rechtbank uitspraak doet in de hoofdzaak.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Zittingsplaats Rotterdam
Bestuursrecht
zaaknummer: NL22.24809
beslissing van de rechtbank als bedoeld in artikel 8:29, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht van 9 juni 2023 in de zaak tussen

[naam eiser], eiser,

V-nummer: [nummer]
gemachtigde: mr. R.C. van den Berg,
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder,

gemachtigde: mr. I. Vugs.

Procesverloop

Bij besluit van 5 december 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure niet-ontvankelijk verklaard.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
De rechtbank heeft het beroep, tezamen met de zaak NL22.24811, op 5 januari 2023 op zitting behandeld. Eiser is, met voorafgaande kennisgeving, niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Bij bericht van 9 januari 2023 heeft de rechtbank het onderzoek heropend en verweerder gevraagd om de aan het onderzoeksresultaat van Bureau Documenten ten grondslag liggende stukken te overleggen. Verweerder heeft deze stukken overgelegd en heeft daarbij een beroep gedaan op artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en verzocht te bepalen dat uitsluitend de rechtbank van deze stukken kennisneemt.
De rechtbank heeft kennis genomen van de gegevens die aan het onderzoeksresultaat van Bureau Documenten ten grondslag hebben gelegen.

Overwegingen

1. Op grond van artikel 8:28 van de Awb zijn partijen aan wie door de bestuursrechter is verzocht om schriftelijke inlichtingen te geven verplicht deze te geven.
2. Op grond van artikel 8:29, eerste lid, van de Awb kunnen partijen, indien daarvoor gewichtige redenen zijn, aan de bestuursrechter meedelen dat uitsluitend hij kennis mag nemen van schriftelijke inlichtingen. Op grond van het derde lid beoordeelt de bestuursrechter of beperkte kennisneming is gerechtvaardigd.
3. Verweerder heeft zich op het standpunt gesteld dat het bij de onder verzoek beperking kennisneming overgelegde gegevens gaat om informatie over de methoden van onderzoek, technieken en bronmateriaal die zouden kunnen leiden tot vervalsingen of inzicht in de methoden van Bureau documenten.
4. Na kennis te hebben genomen van de aan het onderzoeksresultaat van Bureau Documenten ten grondslag liggende stukken komt de rechtbank tot het volgende oordeel.
5. Naar het oordeel van de rechtbank weegt het belang van verweerder bij beperkte kennisneming in dit geval in principe zwaarder dan het individuele belang van eiser bij het verkrijgen van onbeperkte inzage in de onderliggende stukken.
De gegevens waarop het verzoek betrekking heeft bieden inzage in de onderzoeksmethoden van Bureau Documenten. De rechtbank is met verweerder van oordeel dat het belang van bescherming van die onderzoeksmethoden in principe zwaarder weegt dan het belang van eiser bij volledige kennisname van deze informatie.
Kennisneming van die methoden zou het in de toekomst moeilijker voor verweerder kunnen maken om asielaanvragen en de daarbij overgelegde documenten te beoordelen. Daarmee zou de taakuitoefening door verweerder in gevaar kunnen komen.
Maar, de rechtbank is ook van oordeel dat verweerder de kern van de gronden (zoals die blijkt uit de stukken die aan het rapport van de Bureau Documenten ten grondslag liggen) waarop de beslissing tot afwijzing van eisers asielaanvraag berust, zou kunnen weergeven in een samenvatting van - een deel van de - gegevens van het bureau documenten. In het onderhavig geval zou dat op vrij eenvoudige wijze kunnen, zonder prijsgave van bijzondere onderzoeksmethoden. Daarmee zou naar het oordeel van de rechtbank noodzakelijk en afdoende kunnen worden gecompenseerd dat eiser geen kennis kan nemen van de stukken die aan het afwijzende besluit ten grondslag liggen.
De rechtbank ziet daarom in deze zaak aanleiding om verweerder te verzoeken een dergelijke samenvatting aan de rechtbank te overleggen. De rechtbank vindt dat in deze zaak passend bij de taken en verplichtingen van zowel eiser als verweerder en bij de aard van de informatie die aan het afwijzende asielbesluit ten grondslag ligt. Dat wil niet zeggen dat dat in andere zaken ook het geval zal zijn.
Verweerder krijgt de gelegenheid die korte samenvatting van de kern van de gronden waarop het besluit berust binnen drie weken aan de rechtbank te overleggen. Indien verweerder de samenvatting niet overlegt, of indien de samenvatting naar het oordeel van de rechtbank de kern van die gronden onvoldoende weergeeft, zal de rechtbank zelf een samenvatting maken. Eiser zal, alvorens de rechtbank uitspraak zal doen in de hoofdzaak, nog op de samenvatting van de gronden die de kern voor de afwijzing vormen, mogen reageren.
6. De rechtbank wijst het verzoek van verweerder toe en verzoekt verweerder binnen drie weken na heden (verzending van deze uitspraak) een samenvatting als hierboven beschreven te geven van de kern van de gronden waarop het afwijzende asielbesluit berust.

Beslissing

De rechtbank beslist dat beperking van de kennisneming van de stukken gerechtvaardigd is en verzoekt verweerder binnen drie weken na heden de gevraagde samenvatting te overleggen.
Deze beslissing is op 9 juni 2023 gedaan door mr. E.R. Houweling, rechter, in aanwezigheid van mr. B. Tijssen, griffier.
griffier
rechter
Een afschrift van deze beslissing is verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze beslissing kan slechts tegelijkertijd met het eventuele hoger beroep tegen de einduitspraak van de rechtbank hoger beroep worden ingesteld.