ECLI:NL:RBDHA:2023:12460
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beperking van kennisneming van onderzoeksresultaten in asielprocedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 9 juni 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de aanvraag van een verblijfsvergunning asiel. Eiser had tegen het besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beroep ingesteld, nadat zijn aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet-ontvankelijk was verklaard. De rechtbank heeft het beroep behandeld op 5 januari 2023, waarbij eiser niet aanwezig was, maar de Staatssecretaris vertegenwoordigd was door zijn gemachtigde.
Na de zitting heeft de rechtbank het onderzoek heropend en de Staatssecretaris verzocht om de aan het onderzoeksresultaat van Bureau Documenten ten grondslag liggende stukken te overleggen. De Staatssecretaris heeft een beroep gedaan op artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en verzocht om beperking van de kennisneming van deze stukken. De rechtbank heeft de gegevens beoordeeld en geconcludeerd dat het belang van de Staatssecretaris bij beperkte kennisneming in dit geval zwaarder weegt dan het individuele belang van eiser bij onbeperkte inzage.
De rechtbank heeft de Staatssecretaris verzocht om binnen drie weken een samenvatting te geven van de kern van de gronden waarop het afwijzende asielbesluit berust. Dit verzoek is gedaan om te waarborgen dat eiser alsnog inzicht krijgt in de redenen van de afwijzing, zonder dat de vertrouwelijkheid van de onderzoeksmethoden van Bureau Documenten in gevaar komt. De rechtbank benadrukt dat deze beslissing niet betekent dat in andere zaken dezelfde afweging zal gelden. Indien de Staatssecretaris de samenvatting niet tijdig overlegt, zal de rechtbank zelf een samenvatting opstellen, waarna eiser de gelegenheid krijgt om hierop te reageren voordat de rechtbank uitspraak doet in de hoofdzaak.