ECLI:NL:RBDHA:2023:12396
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de ontvankelijkheid van een asielaanvraag in het kader van de Dublin-overeenkomst
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 15 augustus 2023, wordt het beroep van eiser tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beoordeeld. De staatssecretaris had op 22 mei 2023 besloten de asielaanvraag van eiser, ingediend op 28 december 2022, niet in behandeling te nemen, omdat Duitsland verantwoordelijk is voor de behandeling van deze aanvraag. De rechtbank heeft in deze zaak geen zitting gehouden, omdat dit niet noodzakelijk werd geacht.
De rechtbank heeft onderzocht of het beroep van eiser ontvankelijk is. De staatssecretaris meldde op 26 mei 2023 dat eiser op 24 mei 2023 door het COA was geregistreerd als met onbekende bestemming vertrokken (MOB-melding). De gemachtigde van eiser heeft niet gereageerd op het verzoek van de rechtbank om een reactie op deze melding. De rechtbank concludeert dat eiser geen procesbelang meer heeft, aangezien hij kennelijk geen prijs meer stelt op de door hem verzochte bescherming in Nederland.
Op basis van vaste rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, wordt gesteld dat als een vreemdeling met onbekende bestemming is vertrokken zonder contact met zijn gemachtigde, hij geen belang meer heeft bij een inhoudelijke beoordeling van het beroep. De rechtbank verklaart het beroep daarom kennelijk niet-ontvankelijk. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met deze uitspraak.