Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser V-nummer: [V-nummer]
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 9 augustus 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een Algerijnse eiser. De maatregel was opgelegd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op basis van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, dat tevens als verzoek om schadevergoeding moet worden aangemerkt. Tijdens de zitting op 7 augustus 2023 heeft eiser zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde, mr. H.K. Jap A Joe, terwijl de verweerder werd vertegenwoordigd door mr. R.P.G. van Bel.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser geen beroepsgronden heeft aangevoerd tegen het bestreden besluit. Na ambtshalve toetsing is de rechtbank van oordeel dat de maatregel van bewaring niet onrechtmatig was tot het moment van het sluiten van het onderzoek. De rechtbank overweegt dat de openbare orde de maatregel vordert, omdat er een risico bestaat dat eiser zich aan het toezicht zal onttrekken. De rechtbank heeft ook geconstateerd dat er een claimakkoord van de Duitse autoriteiten is ontvangen en dat er een aanmeldgehoor Dublin gepland staat. De rechtbank concludeert dat verweerder voldoende voortvarend heeft gehandeld en dat er geen aanleiding is om te volstaan met een lichter middel.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 9 augustus 2023 en tegen deze uitspraak kan binnen één week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.