Uitspraak
RECHTBANK Den Haag
1.Waar gaat deze zaak over?
2.De procedure
3.De feiten
. U kunt hem bereiken via het telefoonnummer[nummer]
.
.”
in[plaatsnaam]
is uw relatie met de politie kennelijk verstoord geraakt. Vanaf dat moment hebt u bij voortduring aangegeven dat u van verschillende strafbare feiten en tegen verschillende personen aangifte wilde doen. U hebt de afgelopen jaren vele procedures gevoerd, waarin u onder meer hebt aangevoerd dat u in geen enkele eenheid aangifte hebt kunnen doen van, tegen u gepleegde, strafbare feiten. Ik acht het echter aannemelijk dat u voldoende mogelijkheden hebt gehad om aangifte te doen en in een aantal gevallen is het ook tot een aangifte gekomen. De hoofdofficier van justitie van het arrondissementsparket Den Haag heeft bij brief van 20 oktober 1999 aan uw toenmalige vertegenwoordiger[naam]
van Das rechtsbijstand, laten weten dat u aangifte kon doen bij de politie in[plaatsnaam]
. U had dus wel degelijk de mogelijkheid om aangifte te doen.
van mijn parket op 6 november 2014 een gesprek met u gevoerd. U had ter onderbouwing van uw aangifte stukken meegebracht.[naam politiefunctionaris]
heeft u meerdere keren aangeboden deze stukken in ontvangst te nemen, zodat deze konden worden beoordeeld, waarna wellicht aangifte kon worden gedaan. U hebt hierop laten weten dat u dat zinloos achtte.
van de politie Midden-Nederland.
In aansluiting op de brief van de plaatsvervangend politiechef Midden-Nederland[naam]
d.d. 19 mei 2016, heeft[contactpersoon 1]
u meerdere malen uitgebreid gesproken en de gelegenheid geboden om aangifte(n) te doen. De opgenomen aangiften zijn naar het Openbaar Ministerie (OM) verzonden.
.”
op 11 juli 2022 aan zijn contactpersoon verzocht om de schriftelijke aangifte jegens hem als politiefunctionaris ter hand te nemen en dze door te zenden aan desbetreffende instanties die in deze bevoegd zijn om de aangifte in behandeling te kunnen/ogen nemen. Heden werd ik geïnformeerd door de contactpersoon dat de aangifte jegens hem is doorgestuurd naar afdeling VIK van de politie en dat zij deze aangifte van[eiser]
zullen opnemen.
is echter van oordeel dat afdeling VIK van de Politie van Midden Nerdland niet de bevoegde instantie is die deze aanvraag in behandeling kan nemen, nu deze aangifte gerecht is tegen een politiefunctionaris van de Politie Midden-Nederland, maar dat de hoofd officier van justitie dient zijn bij het Openbaar Ministerie Midden Nederland..
de aangifte jegens zijn contactpersoon van de Politie[naam contactpersoon 2]
in behandeling te laten nemen door de voornoemde hoofd inspecteur van justitie bij het OM van Midden-Nederland.”
is in overeenstemming met uw cliënt, het VIK en het basisteam van de eenheid Midden-Nederland, de vaste contactpersoon van uw cliënt.
, wonende te[woonplaats]
zijn aangifte in van 27 juli 2021 tegen zijn huisgenoot[naam]
te[adres]
.
, verzoekt u deze aangifte in benadeling te willen nemen. middels het doorzenden naar een ander afdeling VIK die niet gelegen is in de regio Midden-Nederland dan wel aan de Rijksrecherche. Voor het laatste verwijs ik naar mijn email van 21-07-2022 van uw instantie.”
In[het bericht van 21 juli 2022]
wordt nadrukkelijk verzocht de aangifte van 7 juli 2022 en aanvulling van 20 juli 2022 niet door VIC en het OM Midden-Nederland te laten plaatsvinden vanwege onder andere de betrokkenheid van diverse functionarissen waartegen de aangiftes zijn gericht en daarvan mij omgaande berichten (zie bijlagen).
, over te nemen van VIK Midden-Nederland dan wel het OM Midden-Nederland. De Rijksrecherche wijst uw verzoek af. Allereerst bepaalt de Rijksrecherche niet zelfstandig welke aangiftes zij in behandeling of onderzoek neemt. De Rijksrecherche voert haar taken, zoals het doen van strafrechtelijk onderzoek, uit onder gezag van het OM. De aangifte van uw cliënt is in behandeling (geweest) van het VIK Eenheid Midden-Nederland / het OM Midden-Nederland. U dient zich tot deze instanties te wenden voor de afhandeling ervan.
4.De vorderingen
5.De beoordeling
1.Begripsbepalingen
kunnenonderzoeken, betekent echter nog niet dat zij jegens eiser ook verplicht is dat te doen. De rijksrecherche doet onderzoek in opdracht van de Coördinatiecommissie Rijksrecherche, die per zaak beslist of inzet van de rijksrecherche nodig is. De rijksrecherche heeft daarbij beleidsvrijheid, wat betekent dat zij binnen zekere grenzen een eigen afweging mag maken. Gelet op het hiervoor toegelichte oordeel dat de aan eiser toegezegde behandeling van zijn aangiften door het VIK en vervolgens het OM wettig en niet onrechtmatig was, is er geen grond om te oordelen dat de rijksrecherche (althans: de Coördinatiecommissie Rijksrecherche) niet mocht weigeren om de behandeling van de aangiften van 7 en 20 juli 2022 over te nemen.