ECLI:NL:RBDHA:2023:12368
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling asielaanvraag en overdracht aan Frankrijk op basis van Dublinverordening
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, op 15 augustus 2023, wordt het beroep van eiseres tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beoordeeld. Eiseres had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, maar deze werd niet in behandeling genomen omdat Frankrijk verantwoordelijk zou zijn voor de beoordeling van haar aanvraag op basis van de Dublinverordening. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard, wat betekent dat de staatssecretaris de aanvraag niet hoefde te behandelen en eiseres kan worden overgedragen aan Frankrijk.
De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat Frankrijk verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag. Eiseres had een geldig visum van de Franse autoriteiten en Nederland had een verzoek tot overdracht ingediend. De rechtbank legt uit dat de staatssecretaris geen reden had om af te wijken van de Dublinverordening, aangezien er geen aanwijzingen zijn dat de Franse autoriteiten hun internationale verplichtingen niet nakomen. Eiseres voerde aan dat haar overdracht aan Frankrijk van onevenredige hardheid getuigt, maar de rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris deze argumenten voldoende heeft weerlegd.
De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris binnen de geldende termijnen heeft gehandeld en dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die een uitzondering op de Dublinverordening rechtvaardigen. Eiseres heeft niet aangetoond dat haar medische situatie of haar relatie met een partner in Nederland een reden vormen om haar asielaanvraag onverplicht in behandeling te nemen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de beslissing van de staatssecretaris om de aanvraag niet in behandeling te nemen en eiseres over te dragen aan Frankrijk.