ECLI:NL:RBDHA:2023:12277

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
4 augustus 2023
Publicatiedatum
17 augustus 2023
Zaaknummer
NL23.12947
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Vereenvoudigde behandeling
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van het beroep tegen het overdrachtsbesluit op grond van de Dublinverordening

In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, enkelvoudige kamer, wordt het beroep van eiser tegen het overdrachtsbesluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beoordeeld. Het bestreden besluit, gedateerd 28 april 2023, houdt in dat eiser op basis van de Dublinverordening zal worden overgedragen aan Frankrijk. De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet noodzakelijk werd geacht.

De rechtbank oordeelt dat het beroep van eiser niet-ontvankelijk is. Eiser had op 26 april 2023 met hulp van de Internationale Organisatie voor Migratie vrijwillig zijn land van herkomst, Moldavië, verlaten. Eiser stelt dat hij nog steeds procesbelang heeft, omdat hij meent dat het overdrachtsbesluit onrechtmatig is. De rechtbank concludeert echter dat dit onvoldoende is om procesbelang aan te nemen. Aangezien eiser vrijwillig naar Moldavië is vertrokken, is er geen sprake meer van een overdracht naar Frankrijk. Bovendien heeft de staatssecretaris het claimverzoek, waarmee Frankrijk had ingestemd, op 2 mei 2023 ingetrokken, waardoor een overdracht op basis van het overdrachtsbesluit niet langer mogelijk is.

De rechtbank komt tot de conclusie dat het beroep niet-ontvankelijk is en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door rechter W.P.C.G. Derksen, in aanwezigheid van griffier D. Steenbeek, en is openbaar uitgesproken. Eiser heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na de uitspraak een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Arnhem
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.12947

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 4 augustus 2023 in de zaak tussen

[eiser] , v-nummer: [nummer] , eiser

(gemachtigde: mr. M. Rasul),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.

Inleiding

1 In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen het bestreden besluit van 28 april 2023, waarin de staatssecretaris aan eiser heeft meegedeeld dat hij op grond van de Dublinverordening zal worden overdragen aan Frankrijk. [1] Deze mededeling is een overdrachtsbesluit.
1.1
De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. [2]

Beoordeling door de rechtbank

2. Het beroep is niet-ontvankelijk. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit heeft.
3. De staatssecretaris aan de rechtbank meegedeeld dat eiser op 26 april 2023 met hulp van de Internationale Organisatie voor Migratie vrijwillig naar zijn land van herkomst (Moldavië) is vertrokken. Eiser stelt dat hij nog steeds procesbelang heeft, omdat hij meent dat het overdrachtsbesluit onrechtmatig is.
3.1.
Dit is onvoldoende om procesbelang aan te nemen. Omdat eiser vrijwillig naar Moldavië is vertrokken, is van een overdracht naar Frankrijk geen sprake meer. Daarnaast heeft de staatssecretaris het claimverzoek waarmee Frankrijk had ingestemd op 2 mei 2023 ingetrokken, zodat een overdracht op grond van dit overdrachtsbesluit ook niet langer mogelijk is. Daarom heeft eiser geen belang meer bij een inhoudelijke beoordeling van zijn beroep.

Conclusie en gevolgen

4. Het beroep is niet-ontvankelijk. Het beroep wordt niet inhoudelijk beoordeeld. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk
Deze uitspraak is gedaan door mr. W.P.C.G. Derksen, rechter, in aanwezigheid van mr. D. Steenbeek, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.Op grond van artikel 26, eerste lid, Dublinverordening.
2.Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht maakt dit mogelijk.