Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], eiser,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 11 augustus 2023 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de eiser, een Algerijnse man, zijn asielaanvraag had ingediend. De aanvraag werd afgewezen door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, omdat de rechtbank oordeelde dat de eiser niet aannemelijk had gemaakt dat hij bij terugkeer naar Algerije te vrezen had voor vervolging wegens het ontduiken van de dienstplicht. De eiser stelde dat hij als dienstweigeraar bij terugkeer in Algerije zou worden gearresteerd, maar de rechtbank vond dat de staatssecretaris zich terecht op het standpunt had gesteld dat er onvoldoende bewijs was voor deze vrees.
De rechtbank baseerde haar oordeel onder andere op het Thematisch Ambtsbericht Dienstplicht Algerije van 11 november 2020, waaruit bleek dat de eiser nog niet de vereiste leeftijd had bereikt voor dienstplichtontduiking en dat er geen bewijs was dat hij een tweede oproep voor de dienstplicht had ontvangen. Bovendien werd opgemerkt dat er weinig informatie beschikbaar was over de vervolging van dienstplichtontduikers in Algerije, en dat de vrees van de eiser onvoldoende onderbouwd was.
De rechtbank concludeerde dat de asielaanvraag terecht als ongegrond was afgewezen en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door rechter mr. W. Anker, in aanwezigheid van griffier mr. J. de Winter, en werd openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie.