Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.De tenlastelegging
- stilstond op het fietspad/troittoir van [locatie 1] en/of (vervolgens) optrok om (voornemens) af te slaan in de richting van [locatie 2] en/of
- (daarbij) niet op de voor motorrijtuigen bestemde rijbaan reed, maar op dat fietspad/troittoir en/of
- zich daarbij niet of onvoldoende heeft vergewist of zich in de nabijheid van het door hem bestuurde voertuig ander verkeer bevond en/of de weg vóór en/of (bij het afslaan) naast hem, verdachte, vrij was en/of
- waarbij de frontspiegel en/of trottoirspiegel niet volgens de daarvoor geldende eisen stonden afgesteld en/of
- niet heeft opgemerkt dat een voetganger ( [slachtoffer] ) vóór/naast het door hem bestuurde voertuig liep en/of
- die voetganger, zijnde een blinde/(zeer) slechtziende voorzien van een blindenstok, niet heeft laten voorgaan, terwijl die voetganger middels het camerasysteem van het voertuig waarin hij, verdachte, reed, zichtbaar moet zijn geweest voor verdachte en/of
- (vervolgens) een aanrijding of in aanraking is gekomen met (de voet van) die voetganger,
waardoor een ander, namelijk [slachtoffer] , zwaar lichamelijk letsel, te weten crushletsel aan de voet met afstervend weefsel, of zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan;
hij op of omstreeks 21 januari 2020 te 's-Gravenhage als bestuurder van een voertuig (vrachtauto), daarmee rijdende op de weg, het fietspad en/of troittoir van [locatie 1] , zich zodanig heeft gedragen dat gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd, welk gedrag hierin heeft bestaan dat hij, verdachte, toen daar
- stilstond op het fietspad/troittoir van [locatie 1] en/of (vervolgens) optrok om (voornemens) af te slaan in de richting van [locatie 2] en/of
- (daarbij) niet op de voor motorrijtuigen bestemde rijbaan reed, maar op dat fietspad/troittoir en/of
- zich daarbij niet of onvoldoende heeft vergewist of zich in de nabijheid van het door hem bestuurde voertuig ander verkeer bevond en/of de weg vóór en/of (bij het afslaan) naast hem, verdachte, vrij was en/of
- waarbij de frontspiegel en/of trottoirspiegel niet volgens de daarvoor geldende eisen stonden afgesteld en/of
- niet heeft opgemerkt dat een voetganger ( [slachtoffer] ) vóór/naast het door hem bestuurde voertuig liep en/of
- die voetganger, zijnde een blinde/(zeer) slechtziende voorzien van een blindenstok, niet heeft laten voorgaan, terwijl die voetganger middels het camerasysteem van het voertuig waarin hij, verdachte, reed, zichtbaar moet zijn geweest voor verdachte en/of
- (vervolgens) een aanrijding of in aanraking is gekomen met (de voet van) die voetganger;
3.De bewijsbeslissing
(p. 11):
Crush letsel linkervoet
OK 22-01: Deels amputatie teen links, recht zetten botten teen 2-5 links.
en trottoirvan [locatie 1] , zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door aanmerkelijk onoplettend en onvoorzichtig te rijden, welk genoemd rijgedrag hierin heeft bestaan dat hij, verdachte, toen daar,
- stilstond op het fietspad van [locatie 1] en (vervolgens) optrok om af te slaan in de richting van [locatie 2] en/of
- (daarbij) niet op de voor motorrijtuigen bestemde rijbaan reed, maar op dat fietspad/
trottoiren
- zich daarbij onvoldoende heeft vergewist of zich in de nabijheid van het door hem bestuurde voertuig ander verkeer bevond en de weg vóór en (bij het afslaan) naast hem, verdachte, vrij was en
- niet heeft opgemerkt dat een voetganger ( [slachtoffer] ) vóór/naast het door hem bestuurde voertuig liep en
- die voetganger, zijnde een slechtziende voorzien van een blindenstok, niet heeft laten voorgaan, terwijl die voetganger middels het camerasysteem van het voertuig waarin hij, verdachte, reed, zichtbaar moet zijn geweest voor verdachte en
- vervolgens in aanraking is gekomen met (de voet van) die voetganger,
crush letselaan de voet met afstervend weefsel werd toegebracht.
4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde
5.De strafbaarheid van de verdachte
6.De strafoplegging
7.De toepasselijke wetsartikelen
8.De beslissing
75 (vijfenzeventig)dagen;