ECLI:NL:RBDHA:2023:12234
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep wegens ontbreken procesbelang in bestuursrechtelijke zaak over bouwbord
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 1 augustus 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijk beroep van eiser tegen het college van burgemeester en wethouders van Den Haag. Eiser had beroep ingesteld tegen de afwijzing van zijn verzoek tot handhaving met betrekking tot een bouwbord in de voortuin van zijn woning. De rechtbank oordeelde dat het gewraakte bouwbord inmiddels was verwijderd omdat de bouwwerkzaamheden waren afgerond, en dat er geen procesbelang meer was voor een inhoudelijke beoordeling van het beroep. De rechtbank benadrukte dat een louter principieel belang niet voldoende is voor het aannemen van procesbelang. Eiser had gesteld dat hij belang had bij een rechtmatigheidsoordeel vanwege de frequentie van soortgelijke bouwborden in zijn omgeving, maar de rechtbank vond deze stelling te algemeen en niet concreet genoeg. Bovendien was er geen bewijs van geleden schade door de aanwezigheid van het bouwbord. De rechtbank concludeerde dat eiser niet-ontvankelijk was in zijn beroep en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenvergoeding. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen de uitspraak binnen zes weken.