ECLI:NL:RBDHA:2023:12218

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
16 augustus 2023
Publicatiedatum
16 augustus 2023
Zaaknummer
NL23.20010
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak na ongegrondverklaring van de asielaanvraag

In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, beoordeelt de voorzieningenrechter het verzoek van de verzoeker om een voorlopige voorziening tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 5 juli 2023. In dit besluit heeft de staatssecretaris de asielaanvraag van de verzoeker afgewezen als kennelijk ongegrond. De verzoeker heeft op 10 juli 2023 een verzoekschrift ingediend waarin hij vraagt om de voorlopige voorziening dat hij de behandeling van zijn beroep in Nederland mag afwachten.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met het beroep (zaaknummer NL23.20009), op 27 juli 2023 behandeld. Tijdens deze zitting waren de verzoeker, zijn gemachtigde, een tolk en de gemachtigde van de staatssecretaris aanwezig. De rechtbank heeft in een eerdere uitspraak, zaaknummer NL23.20009, het beroep in de bodemzaak ongegrond verklaard. Hierdoor is er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening, wat leidt tot de afwijzing van het verzoek.

De voorzieningenrechter heeft in zijn beslissing aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. D.M. Schuiling, voorzieningenrechter, en is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.20010

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker] , verzoeker

V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. V.L. van Wieringen),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, de staatssecretaris

(gemachtigde: mr. A.J. Rossingh).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de voorzieningenrechter het verzoek van verzoeker om een voorlopige voorziening tegen het besluit van de staatssecretaris van 5 juli 2023. In dit besluit heeft de staatssecretaris de asielaanvraag van verzoeker afgewezen als kennelijk ongegrond.
1.1.
Bij verzoekschrift van 10 juli 2023 heeft verzoeker de voorzieningenrechter verzocht de voorlopige voorziening te treffen dat hij de behandeling van het beroep in Nederland mag afwachten.
1.2.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met het beroep (NL23.20009), op 27 juli 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: verzoeker, de gemachtigde van verzoeker, een tolk en de gemachtigde van de staatssecretaris.

De beoordeling door de voorzieningenrechter

2. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL23.20009, heeft de rechtbank het beroep in de bodemzaak waarover dit verzoek om een voorlopige voorziening gaat ongegrond verklaard.
3. De voorzieningenrechter wijst daarom het verzoek om een voorlopige voorziening af. Omdat de rechtbank het beroep ongegrond heeft verklaard, is namelijk geen voorlopige voorziening meer nodig.
4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. D.M. Schuiling, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr.E.A. Ruiter, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.