In deze hersteluitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 16 augustus 2023, wordt de maatregel van bewaring van een Marokkaanse vreemdeling, eiser, behandeld. Eiser is geboren op een onbekende datum en heeft een V-nummer dat niet is vermeld. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid is de verweerder in deze zaak, vertegenwoordigd door mr. L.O. Augustinus en mr. H. Postma. De rechtbank heeft eerder op 31 januari 2023 de maatregel van bewaring opgelegd op basis van artikel 59, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000. Op 28 juli 2023 heeft de verweerder deze maatregel met maximaal twaalf maanden verlengd, wat eiser heeft aangevochten onder zaaknummer NL23.22307. Daarnaast is er een beroep ingesteld tegen het voortduren van de maatregel, geregistreerd onder zaaknummer NL23.22394.
De zitting vond plaats op 11 augustus 2023, waarbij eiser via telehoren vanuit Detentiecentrum Rotterdam werd gehoord. De rechtbank heeft vastgesteld dat de handelwijze van DJI, die de hoorzitting vroegtijdig beëindigde, niet in overeenstemming was met de wet. Hierdoor kon eiser niet adequaat reageren op de argumenten van de verweerder, wat de kwaliteit van de rechtspleging in gevaar bracht. De rechtbank concludeert dat de voortduren van de bewaring onrechtmatig is, en vernietigt het verlengingsbesluit. Eiser krijgt een schadevergoeding van € 5900,-- voor de periode van 17 juni 2023 tot de datum van deze uitspraak, en de proceskosten van eiser worden vergoed tot een bedrag van € 1674,--.
Deze uitspraak is gedaan door rechter N.M. van Waterschoot en is openbaar gemaakt. Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na bekendmaking.