In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 10 augustus 2023 uitspraak gedaan in de zaken NL23.16993 en NL23.16995, waarbij de verzoekers, [naam 1] en [naam 2], asielaanvragen hebben ingediend. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft op 9 juni 2023 besloten om deze aanvragen niet in behandeling te nemen, met als reden dat Kroatië verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielverzoeken. De verzoekers hebben hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft de verzoeken om voorlopige voorziening afgewezen, omdat er op 7 augustus 2023 al een uitspraak is gedaan op de beroepen van de verzoekers in de zaken NL23.16992 en NL23.16994. Aangezien er inmiddels een uitspraak is gedaan, is er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft ook geoordeeld dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. W. Anker, in aanwezigheid van mr. S.C. Spruijt als griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie op de website van de Rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.