Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
uitspraak van de meervoudige kamer van 25 juli 2023 in de zaak tussen
[eiseres], wonende te [woonplaats], eiseres,
de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
14 februari 2022 ontvangen. Verweerder stelt binnen de termijn van twee weken na de ingebrekestelling, te weten op 24 februari 2022, uitspraak op bezwaar te hebben gedaan. Eiseres heeft niet aannemelijk gemaakt dat dit besluit niet op de juiste wijze is bekendgemaakt. De enkele stelling dat het besluit op zondag 27 februari 2022 nog niet door eiseres en haar gemachtigde was ontvangen is daartoe onvoldoende. Gelet op hetgeen bepaald is in artikel 4:17, derde lid, van de Awb is verweerder geen dwangsom verschuldigd.
14 september 2020 voor € 650.000) en de Windrust 25 (verkocht op 31 januari 2020 voor
€ 527.500). De rechtbank acht de vergelijkingsobjecten wat type, bouwjaar, ligging, kwaliteit, onderhoud, uitstraling en voorzieningen betreft zeer goed vergelijkbaar. Met de verschillen in gebruiksoppervlakte is voldoende rekening gehouden, zoals inzichtelijk is gemaakt in de waardematrix.
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om toekenning van een dwangsom af;
- veroordeelt verweerder tot vergoeding van immateriële schade aan eiseres tot een bedrag van € 500;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 837;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 50 aan eiseres te vergoeden.