ECLI:NL:RBDHA:2023:12178
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bewaring van Nigeriaanse nationaliteitseiser en voortduren van de maatregel van bewaring
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 15 augustus 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen de maatregel van bewaring die aan eiser, een Nigeriaanse nationaliteitseiser, was opgelegd. De maatregel van bewaring was eerder op 31 maart 2023 door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid opgelegd op basis van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft tegen het voortduren van deze maatregel beroep ingesteld, waarbij hij ook om schadevergoeding heeft verzocht. Tijdens de zitting op 11 augustus 2023 heeft de rechtbank het beroep behandeld, waarbij eiser zich liet vertegenwoordigen door een waarnemer van zijn gemachtigde.
De rechtbank heeft overwogen dat de maatregel van bewaring rechtmatig was op het moment van de eerdere uitspraak op 28 juni 2023. De beoordeling in deze zaak richtte zich op de periode na die uitspraak. Eiser heeft aangevoerd dat er geen voortgang is geboekt met betrekking tot zijn uitzetting, omdat hij niet in het bezit is van een laissez passer van de Nigeriaanse autoriteiten en de geplande vlucht op 14 augustus 2023 niet bevestigd was. De rechtbank heeft vastgesteld dat de Nigeriaanse nationaliteit van eiser is vastgesteld op basis van vingerafdrukken en dat er geen onderbouwing is voor zijn gestelde Surinaamse nationaliteit.
De rechtbank concludeert dat er voldoende zicht is op uitzetting en dat verweerder voortvarend handelt. Eiser's beroep is ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding is afgewezen. De rechtbank heeft ook geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. N.M. van Waterschoot, rechter, en openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.