Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaken tussen
[naam 1], eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Conclusie en gevolgen
Beslissing
www.rechtspraak.nl
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, zijn de asielaanvragen van twee Azerbeidzjaanse eisers afgewezen. Eisers, geboren op respectievelijk [geboortedatum 1] en [geboortedatum 2], dienden op 12 januari 2022 afzonderlijke aanvragen in voor een verblijfsvergunning asiel. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvragen op 24 maart 2023 afgewezen, waarop eisers beroep instelden. De rechtbank heeft de beroepen op 6 juli 2023 behandeld, waarbij eisers en hun gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van verweerder en een tolk.
De rechtbank oordeelt dat de eisers onvoldoende hebben aangetoond dat zij bij terugkeer naar Azerbeidzjan te vrezen hebben voor vervolging of ernstige schade. Hoewel verweerder de identiteit en de problemen van eiser geloofwaardig acht, is er onvoldoende bewijs dat deze problemen zich opnieuw zullen voordoen. Eisers hebben verklaard dat zij sinds hun vertrek uit Azerbeidzjan op 12 januari 2022 geen problemen meer hebben ondervonden en dat er geen bewijs is dat hun voormalige collega's hen nog zoeken. De rechtbank concludeert dat de vrees van eisers voor vervolging niet voldoende is onderbouwd en dat zij zich kunnen wenden tot de Azerbeidzjaanse autoriteiten voor bescherming.
De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond en bevestigt de afwijzing van de asielaanvragen door verweerder. De uitspraak is openbaar gemaakt op 8 augustus 2023 en kan worden aangevochten bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen vier weken na verzending.