ECLI:NL:RBDHA:2023:12073
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op verzoek om informatie op grond van de Wet open overheid
Op 23 juni 2022 heeft eiser een verzoek ingediend op grond van de Wet open overheid (Woo). Eiser heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen door verweerder, de minister van Justitie en Veiligheid, op zijn Woo-verzoek. Verweerder heeft de stukken en een verweerschrift ingediend. De rechtbank heeft partijen niet uitgenodigd voor een zitting, omdat dit op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) niet nodig was. De rechtbank overweegt dat tegen het niet tijdig nemen van een besluit beroep kan worden ingesteld zodra het bestuursorgaan in gebreke is en twee weken zijn verstreken na een schriftelijke ingebrekestelling.
In overleg met eiser heeft verweerder afgesproken om het Woo-verzoek in drie deelbesluiten te behandelen. Het eerste deelbesluit is op 4 juli 2023 genomen, maar de twee vervolg besluiten zijn nog niet genomen. Tussen partijen is niet in geschil dat de beslistermijn is overschreden. Eiser heeft verweerder in gebreke gesteld en meer dan twee weken daarna beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een (volledig) besluit op zijn Woo-verzoek. De rechtbank constateert dat verweerder nog geen volledig besluit heeft genomen.
De rechtbank verklaart het beroep gegrond en draagt verweerder op om binnen vier weken een volledig besluit bekend te maken op het Woo-verzoek. Tevens wordt verweerder opgedragen een dwangsom van € 100,- te betalen voor elke dag dat hij de beslistermijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling en bepaalt dat verweerder het door eiser betaalde griffierecht van € 184,- moet vergoeden. Deze uitspraak is gedaan door mr. G.P. Kleijn, rechter, in aanwezigheid van F.J.M. van den Berg, griffier, en is uitgesproken in het openbaar op 14 augustus 2023.