Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], eiser,
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
- identiteit, nationaliteit en herkomst;
- incident tijdens feest in de hal en de daaruit voortvloeiende problemen.
Het is zo dat die jongens kwamen en zij die jongen meenamen. Van het punt waar wij stonden is hij in de auto meegenomen. Ze reden een stukje. Ik weet niet wat er is gebeurd. Misschien dat ze hem vragen hebben gesteld. En op een gegeven moment werd die jongen uit de auto geduwd. En toen zagen wij dat hij met een fles was gestoken. En hij viel toen.’ [3] Weliswaar stelt eiser en erkent de staatssecretaris dat eiser de dubbele vraag die hieraan voorafging - gelet op zijn referentiekader - mogelijk niet goed heeft begrepen, maar de eenvoudige vraag: ‘
Heeft u zien gebeuren dat de auto stopte en de jongen uit de auto viel?’ heeft eiser ook bevestigend beantwoord. [4] De staatssecretaris heeft eiser vervolgens gevraagd hoe hij heeft kunnen zien dat de jongen uit de auto viel, waarna eiser heeft verklaard dat niet te hebben gezien. [5] Met de vraag die de staatssecretaris daarna stelt: ‘
Begrijp ik dan goed dat u, nadat de auto met deze jongen wegreed, u niet meer heeft gezien wat er is gebeurd?’ heeft de staatssecretaris weliswaar de ontstane verwarring weggenomen, maar dat betekent niet dat de tegenstrijdigheid in eisers verklaringen is weggenomen. [6] Voor de stelling van eiser dat hij door de verwarring die ontstaat door andere vragen ook de eenvoudige vragen niet meer begreep, ziet de rechtbank geen aanknopingspunten in het dossier. Dat geldt ook voor eisers stelling dat de tegenstrijdigheid (mogelijk) te wijten is aan de tolk. Uit het rapport van nader gehoor volgt weliswaar dat geen gebruik is gemaakt van een registertolk, maar de staatssecretaris heeft voldoende gemotiveerd waarom niet: er is voor de staatssecretaris geen registertolk Ika beschikbaar. [7] Verder zijn er geen aanwijzingen dat eiser en de tolk elkaar niet goed hebben begrepen of dat de tolk de Nederlandse taal niet goed beheerst. Voor en aan het eind van het nader gehoor verklaart eiser de tolk goed te hebben verstaan en begrepen. [8] Tot slot heeft de staatssecretaris kunnen stellen dat de verschillen in eisers verklaringen op dit punt dusdanig groot zijn, dat de correcties en aanvullingen niet hoeven te worden gevolgd. Dat betekent dat de staatssecretaris heeft kunnen stellen dat eiser onvoldoende inzichtelijk heeft gemaakt wat er op het feest is gebeurd. De staatssecretaris heeft hierbij van belang mogen achten dat eiser volgens zijn verklaring geen moeite heeft met het terughalen van gebeurtenissen die een grote impact op hem hebben gehad.