ECLI:NL:RBDHA:2023:12037

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
25 juli 2023
Publicatiedatum
11 augustus 2023
Zaaknummer
C/09/650233 / FA RK 23-4816
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing zorgmachtiging op basis van ontbreken ernstig nadeel en alternatieven

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 25 juli 2023 uitspraak gedaan over een verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging voor een betrokkene, geboren in 1936, die op dat moment in een accommodatie verbleef. De rechtbank heeft de zaak behandeld naar aanleiding van een verzoekschrift dat op 7 juli 2023 was ingediend. Tijdens de mondelinge behandeling zijn de betrokkene, haar advocaat, een psychiater en een arts-assistent gehoord.

De betrokkene had eerder een manische ontregeling en was opgenomen met een crisismachtiging. De psychiater en arts-assistent gaven aan dat de betrokkene inmiddels goed hersteld was, maar dat er zorgen waren over haar vergeetachtigheid en de mogelijkheid dat zij haar medicatie niet zou innemen. De advocaat van de betrokkene betwistte de aanwezigheid van ernstig nadeel en stelde dat de betrokkene in staat was om thuis te functioneren met de juiste ondersteuning.

De rechtbank overwoog dat, hoewel er zorgen waren over de thuissituatie van de betrokkene, er geen bewijs was dat de bipolaire stoornis op dat moment leidde tot ernstig nadeel. De rechtbank concludeerde dat de betrokkene met de inzet van thuiszorg in staat zou zijn om haar medicatie op een regelmatige basis in te nemen en dat daarmee mogelijk toekomstig ernstig nadeel kon worden voorkomen. Daarom werd het verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging afgewezen, omdat niet voldaan werd aan de wettelijke vereisten voor verplichte zorg. De beslissing werd genomen door rechter E.M.M. Engbers, bijgestaan door griffier A.E.M. Nijhout-van der Plas.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaak-/rekestnr.: C/09/650233 / FA RK 23-4816
Datum beschikking: 25 juli 2023

Afwijzing machtiging tot het verlenen van verplichte zorg

Beschikkingnaar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:

[betrokkene01] ,

hierna te noemen: betrokkene,
geboren op [geboortedatum01] 1936 te [geboorteplaats01] ,
wonende te [woonplaats01] ,
thans verblijvende in de accommodatie [adres01] te [plaats01] ,
advocaat: mr. E. Huineman-Lindt te 's-Gravenhage.

ProcesverloopBij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 7 juli 2023, heeft de officier van justitie verzocht om een zorgmachtiging.

Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- een op 6 juli 2023 ondertekende medische verklaring van [psychiater01] , psychiater, die betrokkene heeft onderzocht maar niet bij haar behandeling betrokken was;
- een zorgkaart;
- een zorgplan van 30 juni 2023;
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 7 juli 2023;
- een blanco uittreksel uit de justitiële documentatie.
-
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 25 juli 2023. Daarbij zijn gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
- mevrouw [psychiater02] , psychiater;
- de heer [naam01] , arts-assistent.
Omdat een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig werd geacht door de officier van justitie, is de officier van justitie niet gehoord.

Standpunten ter zitting

Betrokkene heeft aangegeven dat het goed met haar gaat. Zij kan minder goed zien want zij heeft nu niet haar goede bril. Daarnaast heeft zij aangegeven dat zij geen thuiszorg had, maar wel iemand zou krijgen om schoon te maken, voor één dag in de week.
De advocaat heeft de aanwezigheid van ernstig nadeel in de zin van de Wvggz betwist. Er was sprake van een dip. Het echte ziektebeeld is voorbij. Betrokkene heeft ruzie gehad met haar zus en dit was waarschijnlijk de aanleiding voor het in de war raken. Op dit moment is zij rustig, spreekt zij adequaat en heeft zij een vermogen om dingen te herinneren. Betrokkene wil graag hulp, zoals thuiszorg. Wat haar betreft kan haar huis zodanig worden ingericht dat zij alles op de benedenverdieping kan doen. Betrokkene kan goed functioneren met thuiszorg. Zij wil niet langer worden opgenomen, zij wil graag naar huis.
De psychiater heeft aangegeven dat het inmiddels wel weer goed gaat met betrokkene. Betrokkene had een manische ontregeling waarvoor zij is opgenomen met een crisismachtiging. Zij is goed opgeknapt en zij is niet meer manisch. Desalniettemin moet de zorgmachtiging worden verleend. Betrokkene kan niet naar huis. De slaapkamer in haar eigen woning is op de bovenverdieping en het toilet is beneden. Op de bovenverdieping is geen wc. Daarom plaste zij in het bad als zij op de bovenverdieping sliep. Het geheugen laat mevrouw in de steek en haar huis is niet meer passend, waardoor zij niet meer thuis kan wonen. Door haar vergeetachtigheid zal zij vergeten haar medicatie in te nemen en zal zij opnieuw ontregelen. Het steunsysteem van de betrokkene is overbelast. Tot nu toe wilde betrokkene geen thuiszorg. Nu wil zij wel thuiszorg, maar zij is hierin wisselvallig. Het is niet mogelijk om aanpassingen te doen in het huis.
De arts-assistent heeft aangegeven dat er sprake is van een bipolaire stoornis en neurocognitieve stoornissen. Hij heeft desgevraagd aangegeven dat de bipolaire stoornis voorliggend is.

Beoordeling

Uit de overgelegde stukken is gebleken dat betrokkene op 14 juni 2023 met een crisismaatregel is opgenomen. Er was op dat moment sprake van een manische ontregeling bij een bipolaire stoornis I. Op 19 juni 2023 heeft de rechtbank een machtiging tot voortzetting van de crisismachtiging verleend. In de medische verklaring die bij het onderhavige verzoek om verlening van een zorgmachtiging is overgelegd, staat dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten een manisch psychotische ontregeling bij bipolaire stoornis I en verdenking op een neurocognitieve stoornis Blijkens de medische verklaring en uit hetgeen is besproken ter zitting, is de bipolaire stoornis de voorliggende stoornis.
Op grond van het bepaalde in artikel 6:4 Wvggz kan een zorgmachtiging worden verleend indien is voldaan de aan de vereisten voor verplichte zorg, zoals beschreven in artikel 3:4 Wvggz. In dat artikel is bepaald dat verplichte zorg
als uiterst middelkan worden opgelegd, indien het gedrag van een persoon als gevolg van zijn psychische stoornis ernstig nadeel oplevert. In het onderhavige geval kan niet worden vastgesteld dat verzochte de verplichte zorg een uiterst middel is. De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
Niet is vast komen te staan dat de bipolaire I stoornis thans nog leidt tot ernstig nadeel. De psychiater heeft immers aangegeven dat het met betrokkene wel goed gaat, dat zij is opgeknapt en dat zij niet meer manisch is. De psychiater en de arts hebben er tijdens de zitting wel nog op gewezen dat de vergeetachtigheid (neurocognitieve stoornissen) er in de thuissituatie toe zal leiden dat zij haar medicatie vergeet, weer manisch zal ontregelen en opnieuw zal moeten worden opgenomen alsmede dat het netwerk overbelast is en die zorg niet kan bieden. Daarom kan de betrokkene niet langer thuis wonen.
De rechtbank stelt evenwel vast dat de betrokkene graag terug naar huis wil en dat niet eerder thuiszorg is ingezet. De betrokkene heeft ter zitting te kennen gegeven graag thuiszorg te willen ontvangen. Met de inzet van thuiszorg kan worden toegezien op regelmatige medicatie-inname. Naar het zich laat aanzien kan daarmee mogelijke toekomstig ernstig nadeel worden voorkomen, waarbij ook het netwerk dat overbelast is, kan worden ontzien.
Nu aldus het risico op ernstig nadeel op een andere minder ingrijpende manier kan worden afgewend dan de met de zorgmachtiging beoogde opname, is de rechtbank van oordeel dat niet wordt voldaan aan de eisen die de wet stelt aan het verlenen van een zorgmachtiging en zal zij het verzoek afwijzen.

Beslissing

De rechtbank:
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mr. E.M.M. Engbers, rechter, bijgestaan door mr. A.E.M. Nijhout-van der Plas als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 25 juli 2023.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 2 augustus 2023.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.