Uitspraak
Rechtbank den haag
1.De procedure
2.De feiten
De plaatsing is gebaseerd op de volgende criteria(s):
3.Het geschil
primairde Staat te bevelen om [eiser] van de GVM-lijst te halen en
subsidiairde behandeling van de zaak aan te houden en de Staat te bevelen om onderzoek te (laten) doen naar de verklaring van [eiser] met betrekking tot de door hem ontvangen inkomsten, een en ander met veroordeling van de Staat in de proceskosten.
4.De beoordeling van het geschil
“ik neem het wel op mij”, maar dat hij niet kon zeggen waar de telefoon zich bevond. Ook heeft de Staat benadrukt dat in het kader van het opleggen van een disciplinaire straf aan [eiser] is geoordeeld dat het zeer waarschijnlijk is dat [eiser] weet had van de aanwezigheid van een mobiele telefoon in zijn cel. Met betrekking tot de op 17 februari 2023 en 13 april 2023 aangetroffen telefoons heeft de Staat voldoende onderbouwd dat ook voor die telefoons een sterk vermoeden bestaat dat [eiser] ze in zijn bezit had. Deze telefoons zijn immers in zijn cel aangetroffen, terwijl het er de schijn van heeft dat zijn celgenoten daarvoor de schuld op zich hebben willen nemen. In het licht van al deze omstandigheden is het standpunt van de Staat dat de in de cel van [eiser] aangetroffen telefoons aan hem kunnen worden toegeschreven niet op voorhand onbegrijpelijk en een en ander vormt reeds voldoende grond voor nader toezicht door plaatsing van [eiser] op de GVM-lijst.