ECLI:NL:RBDHA:2023:12023
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag op grond van Dublinverordening
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 18 juli 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd, kreeg te horen dat zijn aanvraag niet in behandeling werd genomen omdat Spanje verantwoordelijk was voor de behandeling van zijn asielverzoek, conform de Dublinverordening. Dit besluit was genomen door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 22 juni 2023.
De verzoeker heeft tegen dit besluit beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 18 juli 2023, maar de verzoeker was niet aanwezig, ondanks dat hij hiervan op de hoogte was gesteld. De gemachtigde van de Staatssecretaris was wel aanwezig om de belangen van de verweerder te behartigen. Na de behandeling van de zaak heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak gedaan.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. De rechtbank heeft in haar overwegingen aangegeven dat er geen noodzaak meer was voor een voorlopige voorziening, aangezien er op dezelfde dag ook uitspraak was gedaan in de aanverwante zaak NL23.18873, waarin het beroep van de verzoeker werd behandeld. De voorzieningenrechter heeft ook geoordeeld dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en bekendgemaakt op 20 juli 2023, en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze uitspraak.