ECLI:NL:RBDHA:2023:1202

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
6 februari 2023
Publicatiedatum
7 februari 2023
Zaaknummer
SGR 21/7900
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing subsidieaanvraag door amateursportorganisatie wegens te late indiening

In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 6 februari 2023, in de zaak tussen de Alphense Atletiekvereniging (eiseres) en de minister voor Langdurige Zorg en Sport (verweerder), werd het beroep van eiseres ongegrond verklaard. Eiseres had een subsidie aangevraagd voor de renovatie van haar sportaccommodatie, maar deze aanvraag werd afgewezen omdat deze te laat was ingediend. De rechtbank oordeelde dat eiseres verkeerd was geadviseerd over de indieningstermijn, maar dat dit risico voor haar rekening kwam. De aanvraag was ingediend op 28 juni 2021, meer dan 12 maanden na de voltooiing van de renovatie-activiteiten, wat in strijd was met de Subsidieregeling stimulering bouw en onderhoud sportaccommodaties (Bosa).

De rechtbank overwoog dat de hardheidsclausule niet van toepassing was, omdat het vasthouden aan de indieningstermijn niet leidde tot een onbillijkheid van overwegende aard. Eiseres had onvoldoende rekening gehouden met de risico's van het indienen van de aanvraag en de gevolgen van de Covidcrisis. De rechtbank concludeerde dat verweerder in redelijkheid de aanvraag voor subsidie had mogen afwijzen. Eiseres kreeg geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.

De uitspraak benadrukt het belang van het naleven van indieningstermijnen en de verantwoordelijkheid van aanvragers om goed geïnformeerd te zijn over de regels en procedures rondom subsidieaanvragen. De rechtbank bevestigde dat de beslissing van verweerder om geen gebruik te maken van de hardheidsclausule gerechtvaardigd was, gezien de omstandigheden van de zaak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht
zaaknummer: SGR 21/7900

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 6 februari 2023 in de zaak tussen

Alphense Atletiekvereniging, uit Alphen aan den Rijn, eiseres

en
de minister voor Langdurige Zorg en Sport, voorheen de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,verweerder
(gemachtigde: mr. M.W. Netten).

Procesverloop

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van de aanvraag voor een subsidie.
1.1.
Verweerder heeft deze aanvraag met het besluit van 29 juni 2021 afgewezen. Met het bestreden besluit van 26 oktober 2021 op het bezwaar van eiseres is de afwijzing gehandhaafd.
1.2.
De rechtbank heeft het beroep op 12 december 2022 met behulp van een beeldverbinding op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: de heer [A] en mevrouw [B] namens eiseres en de gemachtigde van verweerder.

Overwegingen

Waar gaat deze zaak over?
2. Eiseres is een amateursportorganisatie. Zij heeft een verblijfsruimte en het wedstrijdsecretariaat gerenoveerd. Voor daaraan verbonden kosten heeft eiseres op 28 juni 2021 subsidie aangevraagd. Bij de aanvraag heeft eiseres facturen en bonnen van de renovatie over de periode 18 februari 2019 tot en met 20 december 2019 ingediend. Verweerder heeft de aanvraag afgewezen omdat de subsidie niet op tijd is aangevraagd.
Wat heeft verweerder besloten?
3. Verweerder heeft de aanvraag afgewezen omdat de facturen te laat zijn ingediend, namelijk meer dan 12 maanden na afronding van de renovatie-activiteiten. De hardheidsclausule is niet toegepast omdat het vasthouden aan de indieningstermijn niet zal leiden tot “een onbillijkheid van overwegende aard”. De bestuurswissel, de overstap naar een ander administratiekantoor, het uitvoeren van de werkzaamheden in eigen beheer en het vragen om advies over de subsidieregeling liggen in de risicosfeer van eiseres. De Covidcrisis heeft iedereen getroffen.
3.1.
Het maken van een uitzondering in het geval van eiseres kan betekenen dat aanvragers, die wel op tijd subsidie hebben aangevraagd, de subsidie mislopen, omdat het beschikbare subsidiebudget (subsidieplafond) eerder op is door toekenning van de subsidie aan eiseres.
Wat vindt eiseres in beroep?
4. Eiseres vindt dat de termijnoverschrijding voor het indienen van de aanvraag verontschuldigbaar is omdat haar bestuur uit vrijwilligers bestaat. Verweerder heeft verder onvoldoende rekening gehouden met de wisseling van het bestuur, de overstap naar een ander administratiekantoor en de gevolgen van de Covidepidemie. Deze omstandigheden samen hebben er voor gezorgd dat eiseres niet op tijd de subsidie heeft kunnen aanvragen. Zij verwijst ook naar de kinderopvangtoeslagen-affaire en dat er vroeger een fiscale subsidieregeling was waarbij een aanvraagtermijn van vijf jaar gold. Eiseres voert daarbij aan dat de nadelige gevolgen van het besluit van verweerder onevenredig zijn in verhouding tot de met het besluit te dienen doelen. Verweerder had daarom wel gebruik van de hardheidsclausule moeten maken. Op de zitting is aanvullend verklaard dat eiseres van een externe adviseur vernam dat de aanvraag ook in een volgend subsidiejaar kon worden ingediend. Met het indienen van de aanvraag aan het begin van een volgend subsidiejaar zou er ook minder risico zijn dat het subsidieplafond zou zijn bereikt.
Wat zijn de regels?
5. Op grond van de Subsidieregeling stimulering bouw en onderhoud sportaccommodaties (Bosa) kunnen amateursportorganisaties voor de bouw of het onderhoud van sportaccommodaties maximaal € 25.000,- aan subsidie ontvangen. [1] De subsidie moet binnen 12 maanden na voltooiing van de renovatiewerkzaamheden zijn aangevraagd. [2] Verweerder kan gebruik maken van de hardheidsclausule als toepassing van de regels leidt tot een zeer onredelijk gevolg, een gevolg dat niet de bedoeling van de Bosa kan zijn geweest. [3]
Beoordeling door de rechtbank
6. Niet in geschil is dat de aanvraag niet tijdig is ingediend. Het geschil is beperkt tot de vraag of verweerder aan het niet tijdig indienen voorbij had moeten gaan met toepassing van de hardheidsclausule. Uit de verklaring van eiseres op de zitting leidt de rechtbank af dat zij onvoldoende op de hoogte was van de regels voor het verkrijgen van een subsidie op grond van de Bosa. Na een verkregen advies heeft zij immers de aanvraag bewust in een volgend subsidiejaar heeft ingediend. Daarmee handelde zij waarschijnlijk overeenkomstig de vroeger geldende fiscale subsidieregeling voor de renovaties.
6.1.
Gezien de keuze van eiseres om het advies op te volgen, missen de overige aangevoerde reden voor de te late indiening betekenis. Het handelen conform het verstrekte advies komt voor risico en rekening van eiseres. Het hanteren van de indieningstermijn van 12 maanden leidt daarom niet tot een onbillijkheid van overwegende aard. Verweerder kon dus besluiten geen gebruik te maken van de hardheidsclausule. De rechtbank is van oordeel dat verweerder de aanvraag voor de subsidie mocht afwijzen.

Conclusie en gevolgen

7. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat verweerder in redelijkheid de aanvraag voor subsidie heeft mogen afwijzen. Eiseres krijgt daarom het griffierecht niet terug. Zij krijgt ook geen vergoeding van haar proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.S. Perniciaro, rechter, in aanwezigheid van mr. J.A. Leijten, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 6 februari 2023.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Algemene wet bestuursrecht

Artikel 3:4
Het bestuursorgaan weegt de rechtstreeks bij het besluit betrokken belangen af, voor zover niet uit een wettelijk voorschrift of uit de aard van de uit te oefenen bevoegdheid een beperking voortvloeit.
De voor een of meer belanghebbenden nadelige gevolgen van een besluit mogen niet onevenredig zijn in verhouding tot de met het besluit te dienen doelen.

Subsidieregeling stimulering bouw en onderhoud sportaccommodaties

Artikel 8. Wijze van subsidieverstrekking bij subsidies tot € 25.000
Indien de subsidie minder dan € 25.000 bedraagt en de subsidiabele activiteiten reeds hebben plaatsgevonden, wordt subsidie zonder voorafgaande verlening direct vastgesteld op een bedrag waarvan de hoogte door de minister bij de vaststelling wordt genoemd.
De aanvraag tot vaststelling wordt uiterlijk 12 maanden na voltooiing van de subsidiabele activiteiten ingediend.
Voor de aanvraag tot vaststelling van de subsidie wordt een door de minister vastgesteld formulier gebruikt.
De aanvraag tot vaststelling van een subsidie gaat vergezeld van een factuur voor de subsidiabele activiteiten op naam van de subsidie‑ontvanger en een betalingsbewijs voor betalingen boven de € 1.000, waaruit blijkt dat de subsidie‑ontvanger de factuur heeft betaald.
De minister besluit binnen 22 weken op een aanvraag tot vaststelling.
Artikel 13a. Hardheidsclausule
De minister kan een of meer bepalingen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing gelet op het belang dat de desbetreffende bepaling beoogt te beschermen zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Voetnoten

1.Artikel 8, eerste lid, van de Bosa.
2.Artikel 8, tweede lid, van de Bosa.
3.Artikel 13a van de Bosa.