ECLI:NL:RBDHA:2023:12016

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
11 augustus 2023
Publicatiedatum
11 augustus 2023
Zaaknummer
NL23.17519
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Vereenvoudigde behandeling
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 11 augustus 2023 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, wiens naam niet is vermeld, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Deze aanvraag werd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, als verweerder, niet in behandeling genomen. De reden hiervoor was dat Oostenrijk verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de asielaanvraag. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. Tijdens de uitspraak werd opgemerkt dat er eerder op dezelfde dag een uitspraak was gedaan in een andere zaak (zaaknummer NL23.17518) die betrekking had op het beroep van verzoeker. Hierdoor was de noodzaak voor een voorlopige voorziening niet meer aanwezig, en werd het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is gedaan door mr. M. Munsterman, in aanwezigheid van mr. M.J. Tijnagel als griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.17519

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam], verzoeker

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. M.S. Dunant Maurits),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 15 juni 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Oostenrijk verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.

Overwegingen

1. De voorzieningenrechter doet op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.
2. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL23.17518, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Munsterman, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. M.J. Tijnagel, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.