ECLI:NL:RBDHA:2023:12008
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 26 juli 2023 een beschikking gegeven inzake een verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De officier van justitie had op 7 juli 2023 een verzoekschrift ingediend, waarin werd verzocht om een zorgmachtiging voor een betrokkene, geboren in 1962, die momenteel verblijft in een zorginstelling. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling op dezelfde datum gehouden, waarbij de betrokkene, haar advocaat en een verpleegkundige aanwezig waren. De betrokkene heeft verklaard dat het goed met haar gaat en dat zij terug naar huis wil, maar de verpleegkundige heeft aangegeven dat er bij de betrokkene sprake is van schizofrenie en dat zij niet in staat is om zelfstandig te wonen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er ernstig nadeel bestaat, waaronder lichamelijk letsel en psychische schade, en dat verplichte zorg noodzakelijk is om dit nadeel af te wenden. De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor een periode van zes maanden, tot en met 26 januari 2024, en heeft de verzoeken om aanvullende maatregelen afgewezen. De beschikking is gegeven door rechter E.C.M. Bouman, bijgestaan door griffier K.D. van den Berg, en is op 10 augustus 2023 schriftelijk vastgelegd.