ECLI:NL:RBDHA:2023:12008

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
26 juli 2023
Publicatiedatum
10 augustus 2023
Zaaknummer
C/09/650164 / FA RK 23-4782
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 26 juli 2023 een beschikking gegeven inzake een verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De officier van justitie had op 7 juli 2023 een verzoekschrift ingediend, waarin werd verzocht om een zorgmachtiging voor een betrokkene, geboren in 1962, die momenteel verblijft in een zorginstelling. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling op dezelfde datum gehouden, waarbij de betrokkene, haar advocaat en een verpleegkundige aanwezig waren. De betrokkene heeft verklaard dat het goed met haar gaat en dat zij terug naar huis wil, maar de verpleegkundige heeft aangegeven dat er bij de betrokkene sprake is van schizofrenie en dat zij niet in staat is om zelfstandig te wonen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er ernstig nadeel bestaat, waaronder lichamelijk letsel en psychische schade, en dat verplichte zorg noodzakelijk is om dit nadeel af te wenden. De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor een periode van zes maanden, tot en met 26 januari 2024, en heeft de verzoeken om aanvullende maatregelen afgewezen. De beschikking is gegeven door rechter E.C.M. Bouman, bijgestaan door griffier K.D. van den Berg, en is op 10 augustus 2023 schriftelijk vastgelegd.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaak-/rekestnr.: C/09/650164 / FA RK 23-4782
Datum beschikking: 26 juli 2023

Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg

Beschikkingnaar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:

[betrokkene01] ,

hierna te noemen: betrokkene,
geboren op [geboortedatum01] 1962 te [geboorteplaats01] ,
wonende te [woonplaats01] ,
thans verblijvende in de accommodatie [accommodatie01] , [adres01] te [plaats01] ,
advocaat: mr. E. Huineman-Lindt te Den Haag.

ProcesverloopBij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 7 juli 2023, heeft de officier van justitie verzocht om een zorgmachtiging.

Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- een op 5 juli 2023 ondertekende medische verklaring van [psychiater01] , psychiater, die betrokkene heeft onderzocht maar niet bij haar behandeling betrokken was;
- een zorgplan van 14 juni 2023;
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 7 juli 2023;
- een uittreksel uit de justitiële documentatie;
- een bericht van de officier van justitie waaruit volgt dat er geen relevante politiemutaties bekend zijn.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 26 juli 2023. Daarbij zijn gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
- de verpleegkundige [naam01] .
Omdat een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig werd geacht door de officier van justitie, is de officier van justitie niet gehoord.

Standpunten ter zitting

Betrokkene heeft verklaard dat het goed met haar gaat. Volgens haar is men niet bezorgd over haar, alleen wanneer zij bij vrijheden te lang wegblijft van de afdeling. Betrokkene is al anderhalf jaar van de drank af en zij wil terug naar haar eigen huis. Dat betrokkene ruiten zouden hebben ingegooid, is informatie van 15 jaar geleden. Van de clozapine krijgt betrokkene bijwerkingen en daarom wil zij van de medicatie af.
De advocaat heeft opgemerkt dat de mentor van betrokkene niet is opgeroepen voor de zitting en dat dit wel had moeten gebeuren. De advocaat heeft verklaard dat het beter gaat met betrokkene. Zij is nu relatief sterk en kan terug naar huis. Ter overbrugging naar haar eigen woning vindt betrokkene het niet erg om nog even vrijwillig in de instelling blijven. Betrokkene wil alleen niet dat er dingen buiten haar om worden besloten. Verder heeft de advocaat aangegeven dat er geen sprake is van ernstig nadeel. Betrokkene is rustig aanwezig en bereid om mee te werken met de behandelaren. In de thuissituatie kan hulpverlening ingezet worden.
De verpleegkundige heeft verklaard dat er bij betrokkene sprake is van schizofrenie. Betrokkene heeft geen ziektebesef en -inzicht. Zij is impulsief in haar doen en laten, waardoor er wel afspraken gemaakt kunnen worden maar dat het voor betrokkene moeilijk is om de afspraken na te komen. Op dit moment kan betrokkene nog niet terug naar huis. Zij heeft niet de vaardigheden om zelfstandig te wonen. Hoewel betrokkene het er niet mee eens is, is in overleg met haar per 1 juni 2023 het huis opgezegd. In het najaar zal er mogelijk meer bekend zijn over een passende vervolgplek voor betrokkene.
Betrokkene heeft pas zeer recent met een mentor kennisgemaakt.
De verpleegkundige heeft verder aangegeven dat het ernstig nadeel bestaat uit: lichamelijk letsel, psychische schade, het niet voor zichzelf en haar omgeving kunnen zorgen, en de agitatie die betrokkene bij anderen oproept. In deze fase is het nodig om betrokkene zowel somatisch als psychisch stabiel te krijgen. De clozapine wordt door betrokkene niet structureel ingenomen. De verpleegkundige heeft tot slot aangegeven dat betrokkene ambivalent is ten aanzien van een verder verblijf in de instelling.

Beoordeling

Uit de overgelegde stukken is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten schizofrenie.
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in:
- ernstig lichamelijk letsel;
- ernstige psychische schade;
- ernstige financiële schade;
- ernstige verwaarlozing;
- maatschappelijke teloorgang;
- de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept.
Op het moment dat betrokkene zal stoppen met de behandeling zullen de psychotische symptomen verergeren en is er een verhoogd risico dat het ernstig nadeel zich opnieuw zal voordoen. In het verleden heeft dit gezorgd voor financiële problemen. Ook veroorzaakte betrokkene geluidsoverlast door te schreeuwen en met spullen te gooien. Daarnaast kon betrokkene niet meer werken en had zij geen verdere dagbesteding. Zij trok zich terug en raakte in een sociaal isolement.
Verder bestaan er zorgen over de somatische gezondheid van betrokkene. Bij betrokkene is sprake van diabetes, maar zij weigert hiervoor vaak de medicatie en komt de afspraken met de Diabeteszorg niet goed na. Tijdens de laatste psychotische decompensatie zorgde fors alcoholgebruik in combinatie met wisselende medicatie-inname en slechte voedingsintake voor ontregeling van de glucose met daarbij een verhoogd risico op complicaties.
Om het ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren, de geestelijke gezondheid van betrokkene te herstellen zodanig dat zij haar autonomie zoveel mogelijk herwint en de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen, heeft betrokkene zorg nodig.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Betrokkene wil stoppen met de medicatie en vrijwillige ambulante zorg is in het verleden niet van de grond gekomen. Ook is betrokkene onvoldoende consistent in haar standpunt om op vrijwillige basis langer in de instelling te blijven. Om die reden is verplichte zorg nodig.
De in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- toedienen van medicatie;
- verrichten medische controles;
- andere medische handelingen en therapeutische maatregelen;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is bovendien evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt verder dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend.
Ten aanzien van de duur van de zorgmachtiging overweegt de rechtbank als volgt. Op dit moment is bij de rechtbank niet bekend dat er ten behoeve van betrokkene mentorschap is ingesteld. De rechtbank vindt het echter wel noodzakelijk dat wanneer er mentorschap is ingesteld, de mentor in de gelegenheid wordt gesteld om zijn of haar zienswijze naar voren te brengen. Daarnaast zal in het najaar worden bekeken of er een geschikte plek voor betrokkene is gevonden. Betrokkene had een eigen woonplek bij het Leger des Heils, maar deze plek is niet langer beschikbaar. De woning zou in overleg met betrokkene opgezegd zijn, maar betrokkene heeft ter zitting duidelijk laten blijken dat zij graag terug wil naar deze woning. De rechtbank acht het noodzakelijk dat aan betrokkene binnen afzienbare termijn enig perspectief kan worden geboden over een andere woonplek en wil hierbij vinger aan de pols houden. Wellicht dat het Leger des Heils kan meedenken over een passende woonplek voor betrokkene, mede omdat betrokkene nog steeds goed contact heeft met de behandelaren van het Leger des Heils.
Gelet op het voorgaande ziet de rechtbank aanleiding om de machtiging in duur te beperken tot een periode van zes maanden.
Ten slotte merkt de rechtbank op dat betrokkene blijkens het dossier onder meer veroordeeld is voor vernielingen gepleegd in 2006 en 2016. Voor zover in een dossier incidenten over een betrokkene worden vermeld die van belang geacht worden voor de onderbouwing van het ernstig nadeel waartoe de stoornis leidt, acht de rechtbank het in zijn algemeenheid aangewezen dat zoveel mogelijk óók vermeld wordt in welk jaar deze incidenten zich voordeden.

Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van:

[betrokkene01] ,

geboren op [geboortedatum01] 1962 te [geboorteplaats01] ,
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
- toedienen van medicatie;
- verrichten medische controles;
- andere medische handelingen en therapeutische maatregelen;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 26 januari 2024;
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. E.C.M. Bouman, rechter, bijgestaan door mr. K.D. van den Berg als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 26 juli 2023.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 10 augustus 2023.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.