ECLI:NL:RBDHA:2023:1192

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
1 februari 2023
Publicatiedatum
7 februari 2023
Zaaknummer
NL23.1313
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hersteluitspraak inzake gegrondverklaring van beroep in vreemdelingenzaak

Op 1 februari 2023 heeft de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, een hersteluitspraak gedaan in de zaak met zaaknummer NL23.1313. Deze uitspraak betreft een correctie op een eerdere uitspraak van 30 januari 2023, waarin een kennelijke misslag was vastgesteld. De rechtbank heeft geconstateerd dat in de beslissing van de eerdere uitspraak abusievelijk was opgenomen dat het beroep ongegrond was, terwijl de overwegingen en de conclusie in die uitspraak wezen op een gegrond beroep.

De rechtbank heeft daarom besloten om de eerdere uitspraak te verbeteren. In de nieuwe beslissing verklaart de rechtbank het beroep gegrond en beveelt zij de opheffing van de maatregel van bewaring met ingang van 30 januari 2023. Daarnaast is de Staat der Nederlanden veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding aan de eiser van € 1.830,-, te betalen door de griffier. Tevens is verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1.674,-.

Deze hersteluitspraak is gedaan door rechter mr. E.J. Govaers, in aanwezigheid van griffier R. Ben Sellam. De uitspraak is openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.1313
uitspraak ter verbetering van de uitspraak van de enkelvoudige kamer van 30 januari 2023 in de zaak tussen

[naam], eiser,

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. P.H. Hillen),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder,

(gemachtigde: mr. R. Hopman).

Overwegingen

Naar aanleiding van het bericht in het digitale dossier van de gemachtigde van eiser van 30 januari 2023 heeft de rechtbank vastgesteld dat haar uitspraak van 30 januari 2023 een kennelijke misslag bevat die zich voor eenvoudig herstel leent. Die misslag heeft betrekking op de beslissing van de uitspraak. In de beslissing van de uitspraak is abusievelijk opgenomen dat het beroep ongegrond is, terwijl uit de overwegingen en de conclusie in de uitspraak volgt dat het beroep gegrond is. De rechtbank zal daarom de beslissing als volgt aanpassen.

Beslissing

De rechtbank verbetert haar uitspraak van 30 januari 2023 met zaaknummer NL23.1313 door in de beslissing op te nemen dat de rechtbank het beroep gegrond verklaart.
Het dictum in de uitspraak van 30 januari 2023 komt als gevolg van deze correctie als volgt te luiden:
De rechtbank:
 verklaart het beroep gegrond;
 beveelt de opheffing van de maatregel van bewaring met ingang van 30 januari 2023;
 veroordeelt de Staat der Nederlanden tot het betalen van een schadevergoeding aan eiser ten bedrage van € 1.830,- (achttienhonderddertig euro), te betalen door de griffier en beveelt de tenuitvoerlegging van deze schadevergoeding; en
 veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1.674,- (zestienhonderdvierenzeventig euro).
Deze uitspraak is gedaan door mr. E.J. Govaers, rechter, in aanwezigheid van R. Ben Sellam, griffier, en openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is uitgesproken en bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.