Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
tussenuitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Den Haag, enkelvoudige kamer, wordt de asielaanvraag van een Tadzjiekse eiser behandeld. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft op 14 maart 2023 de asielaanvraag van eiser afgewezen als ongegrond. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, waarbij alleen zijn gemachtigde aanwezig was op de zitting op 27 juli 2023. De staatssecretaris was niet verschenen en had dit voorafgaand aan de zitting laten weten.
Eiser, geboren op [geboortedatum], heeft asiel aangevraagd op basis van de bewering dat hij is opgepakt, vastgehouden en mishandeld door de Tadzjiekse autoriteiten vanwege kritische uitlatingen over het regime van Tadzjikistan. De staatssecretaris achtte de identiteit en nationaliteit van eiser geloofwaardig, maar vond de beweringen over mishandeling ongeloofwaardig. Eiser heeft documenten overgelegd ter ondersteuning van zijn relaas, waaronder verklaringen van een organisatie en een brief van zijn echtgenote. De rechtbank constateert echter dat de staatssecretaris in zijn besluitvorming niet op de brief van de echtgenote is ingegaan, wat leidt tot een zorgvuldigheids- en motiveringsgebrek.
De rechtbank biedt de staatssecretaris de gelegenheid om het gebrek te herstellen, met een termijn van zes weken na publicatie van de tussenuitspraak. De staatssecretaris moet binnen twee weken meedelen of hij gebruik maakt van deze gelegenheid. De rechtbank houdt verdere beslissingen aan tot de einduitspraak op het beroep, waarbij ook andere beroepsgronden en proceskosten nog niet zijn behandeld.