ECLI:NL:RBDHA:2023:11837
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak met verwijzing naar verantwoordelijkheidsbeginsel
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 14 juli 2023 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. A.M. Veld, had een verzoek ingediend nadat de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 12 juni 2023 had besloten om de asielaanvraag van verzoeker niet in behandeling te nemen. Dit besluit was genomen op basis van de overweging dat Spanje verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvraag van verzoeker.
Tijdens de zitting op 4 juli 2023, waar de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening behandelde, was de verweerder niet aanwezig, ondanks een voorafgaand bericht. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening in samenhang met een andere zaak (NL23.17263) behandeld. In de uitspraak van die andere zaak is op het beroep van verzoeker beslist, waardoor de noodzaak voor een voorlopige voorziening kwam te vervallen.
De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling en heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. De uitspraak is openbaar gemaakt op 14 juli 2023, en tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.