ECLI:NL:RBDHA:2023:11836
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing aanvraag verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd met betrekking tot de veiligheid van India als herkomstland
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 20 juli 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen de afwijzing van een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De eiser, een Indiase nationaliteit, had asiel aangevraagd op basis van de vrees voor vervolging door schuldeisers in India, nadat zijn vader een geldlening had afgesloten voor hem. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat India niet als een veilig land van herkomst kan worden beschouwd. De rechtbank oordeelde dat de verklaringen van de eiser over zijn situatie en de risico's die hij zou lopen bij terugkeer naar India niet voldoende onderbouwd waren. De rechtbank concludeerde dat de eiser niet in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning asiel, omdat hij niet heeft aangetoond dat hij onder een uitzonderingscategorie valt die hem bescherming zou bieden. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak is openbaar gemaakt op 20 juli 2023 en er staat een rechtsmiddel open voor hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na bekendmaking.