ECLI:NL:RBDHA:2023:11833

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
7 augustus 2023
Publicatiedatum
9 augustus 2023
Zaaknummer
NL23.16841
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak wegens eerdere uitspraak op beroep

In de zaak met zaaknummer NL23.16841 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 7 augustus 2023 uitspraak gedaan over een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening. Verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. D.W.M. van Erp, had een verzoek ingediend na een besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarin de asielaanvraag van verzoeker niet in behandeling werd genomen. Dit besluit was gebaseerd op de stelling dat Frankrijk verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvraag. Verzoeker had tegen dit besluit beroep ingesteld en vroeg daarnaast om een voorlopige voorziening.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 4 juli 2023 behandeld, waarbij verzoeker aanwezig was met zijn gemachtigde en een tolk. De verweerder, de Staatssecretaris, was niet verschenen. In de uitspraak van dezelfde dag in een andere zaak (NL23.16840) heeft de rechtbank al uitspraak gedaan op het beroep van verzoeker. Hierdoor was er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening, en heeft de voorzieningenrechter het verzoek afgewezen.

De voorzieningenrechter, mr. J.J. Catsburg, heeft in zijn beslissing ook aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 7 juli 2023, en tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL23.16841
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[verzoeker], verzoeker V-nummer: [V nummer] (gemachtigde: mr. D.W.M. van Erp),
en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: E. de Bonth).

Procesverloop

In het besluit van 8 juni 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van verzoeker niet in behandeling genomen op de grond dat Frankrijk verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met de zaak NL23.16840, op 4 juli 2023 op zitting behandeld. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Als tolk is verschenen A. Ahmed. Verweerder is, met voorafgaand bericht, niet verschenen.

Overwegingen

1. In de uitspraak van vandaag, zaaknummer NL23.16840, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.J. Catsburg, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. S. Westerhof, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
07 juli 2023

Documentcode: [Documentcode]

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.