ECLI:NL:RBDHA:2023:11832

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
17 juli 2023
Publicatiedatum
9 augustus 2023
Zaaknummer
NL23.17162
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van het niet in behandeling nemen van een asielaanvraag op basis van de Dublinverordening

In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 17 juli 2023, wordt het beroep van eiseres tegen het niet in behandeling nemen van haar asielaanvraag beoordeeld. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag met het besluit van 9 juni 2023 niet in behandeling genomen, omdat Spanje verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag. Eiseres, die met haar dochter in Nederland verblijft, voert aan dat de overdracht aan Spanje onevenredig hard is en dat haar asielaanvraag in Nederland behandeld moet worden. De rechtbank heeft het beroep op 4 juli 2023 behandeld, waarbij eiseres, haar gemachtigde, haar dochter en haar partner aanwezig waren. De rechtbank concludeert dat er geen bijzondere individuele omstandigheden zijn die een uitzondering op de Dublinverordening rechtvaardigen. Eiseres heeft onvoldoende bewijs geleverd dat de overdracht aan Spanje in strijd zou zijn met haar mensenrechten. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat de staatssecretaris de aanvraag terecht niet in behandeling heeft genomen. Eiseres kan worden overgedragen aan Spanje en ontvangt geen vergoeding van haar proceskosten.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL23.17162
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres], V-nummer: [V nummer] , eiseres (gemachtigde: mr. H.A. Limonard),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, (gemachtigde: R. Hopman).

Inleiding

1.1.
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen het niet in behandeling nemen van haar asielaanvraag. De staatssecretaris heeft de aanvraag met het bestreden besluit van 9 juni 2023 niet in behandeling genomen omdat Spanje verantwoordelijk is voor de aanvraag.
1.2.
De staatssecretaris heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
1.3.
De rechtbank heeft het beroep op 4 juli 2023 op zitting behandeld samen met het beroep van de dochter van eiseres1. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres, de gemachtigde van eiseres, de dochter van eiseres ( [naam 1] en de partner van eiseres ( [naam 2] ). Als tolk heeft deelgenomen A. Safaipour.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank beoordeelt het niet in behandeling nemen van de asielaanvraag van eiseres. Zij doet dat aan de hand van de argumenten die eiseres heeft aangevoerd, de beroepsgronden.
3. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond. Dat betekent dat eiseres ongelijk krijgt en het niet in behandeling nemen van haar aanvraag in stand blijft. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Totstandkoming van het besluit
4. De Europese Unie heeft gezamenlijke regelgeving over het in behandeling nemen van asielaanvragen. Die staat in de Dublinverordening. Op grond van de Dublinverordening neemt de staatssecretaris een asielaanvraag niet in behandeling als is vastgesteld dat een
1. Met zaaknummer NL23.17163.
andere lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.2 In dit geval heeft Nederland bij Spanje een verzoek om overname gedaan. Spanje heeft dit verzoek aanvaard.
Welke lidstaat is verantwoordelijk voor de asielaanvraag?
5. Eiseres voert aan dat overdracht aan Spanje in dit geval onevenredig hard is en dat verweerder haar asielaanvraag in behandeling moet nemen. Eiseres verblijft met haar dochter in Nederland. Eiseres heeft in Nederland een relatie gekregen met [naam 2] ( [naam 2] ). [naam 2] is opgenomen in de nationale asielprocedure en is nog in afwachting van een besluit op zijn asielverzoek. Ondanks dat zij niet samenwonen, leven zij op dit moment als gezin en betekent [naam 2] veel voor het gezin. Zij wil niet van hem worden gescheiden. Verder voert eiseres aan dat haar dochter mentale problemen heeft waarvoor zij in Nederland behandeling krijgt. Zij maakt zich zorgen over wat een overdracht aan Spanje met haar zal doen.
6. De rechtbank is van oordeel dat verweerder geen aanleiding heeft hoeven zien om de asielaanvraag van eiseres toch in behandeling te nemen. Daarvoor is het volgende van belang.
6.1.
De relatie van eiseres en [naam 2] is in Nederland gestart. Eiseres en haar dochter ervaren hierdoor stabiliteit. Volgens eiseres heeft de aanwezigheid van [naam 2] een positief effect op haar dochter. De rechtbank vindt dit aannemelijk en begrijpt de wens van eiseres om niet gescheiden te worden van [naam 2] . De Dublinverordening voorziet er echter niet in om eiseres in die situatie toe te laten tot de nationale asielprocedure. [naam 2] is geen gezinslid in de zin van de Dublinverordening3 ook al ervaart eiseres dat zij samenleven als gezin. Aan de regels van de Dublinverordening kan eiseres op dit punt dus geen rechten ontlenen. Verder is niet gebleken dat er tussen eiseres en [naam 2] sprake is van een dusdanige afhankelijkheid dat eiseres zich in Spanje zonder [naam 2] niet staande kan houden. Daarbij is relevant dat eiseres samen met haar dochter naar Spanje zal terugkeren.
6.2.
Ten aanzien van wat eiseres aanvoert over de medische situatie van dochter verwijst de rechtbank naar de uitspraak van vandaag in de zaak van haar dochter. Daarin is geoordeeld dat uit de medische stukken niet op voorhand kan worden afgeleid dat sprake is van een ernstige mentale aandoening waarbij de overdracht een reëel en bewezen risico zou inhouden op een aanzienlijke onomkeerbare achteruitgang van de gezondheidstoestand van de dochter van eiseres. Verder is onvoldoende onderbouwd dat medische zorg in Spanje niet beschikbaar is.
6.3.
De staatssecretaris heeft in redelijkheid kunnen beslissen dat geen sprake is van bijzondere individuele omstandigheden op grond waarvan zou moeten worden afgezien van overdracht aan Spanje. Ook heeft eiseres onvoldoende aanknopingspunten naar voren gebracht voor de conclusie dat overdracht in strijd zou zijn met artikel 3 van het EVRM of artikel 4 van het EU-Handvest. De beroepsgronden slagen niet.

Conclusie en gevolgen

2 Dit staat ook in artikel 30, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000.
3 Artikel 2, aanhef en onder g, van de Dublinverordening.
7. De staatssecretaris heeft de aanvraag terecht niet in behandeling genomen. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat eiseres aan Spanje kan worden overgedragen. Eiseres krijgt geen vergoeding van haar proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.J. Catsburg, rechter, in aanwezigheid van mr. S. Westerhof, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
17 juli 2023

Documentcode: [Documentcode]

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen 1 week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.