ECLI:NL:RBDHA:2023:11814

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
8 augustus 2023
Publicatiedatum
8 augustus 2023
Zaaknummer
NL23.15770
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing verzoek voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak met betrekking tot verblijfsvergunning

In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 8 augustus 2023, heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoekers, allen van Nigeriaanse nationaliteit, toegewezen. Verzoekers hadden beroep ingesteld tegen de afwijzing van hun aanvraag voor een verblijfsvergunning voor het doel 'verblijf als familie- of gezinslid bij [naam moeder]'. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had deze aanvraag in een besluit van 13 december 2021 afgewezen, en in het daaropvolgende bestreden besluit van 22 mei 2023 was deze afwijzing gehandhaafd. Tijdens de zitting op 19 juli 2023 zijn verzoekers, hun gemachtigde, een tolk en de gemachtigde van de staatssecretaris aanwezig geweest.

De voorzieningenrechter heeft in zijn beoordeling geconcludeerd dat er aanleiding is om een voorlopige voorziening te treffen, nu het beroep van verzoekers in een eerdere uitspraak (zaaknummer NL23.15768) gegrond was verklaard en het bestreden besluit was vernietigd. Dit betekent dat verzoekers tot vier weken na de beslissing op bezwaar niet uit Nederland mogen worden verwijderd. Daarnaast is de staatssecretaris veroordeeld tot betaling van € 1.674,00 aan proceskosten aan verzoekers, aangezien de gemachtigde van verzoekers een verzoekschrift heeft ingediend en aan de zitting heeft deelgenomen. De uitspraak is gedaan door mr. M. Munsterman, in aanwezigheid van mr. M. Lok, griffier, en is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.15770

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoekster] ,

geboren op [geboortedatum] ,
V-nummer: [nummer]

[verzoeker 1] ,

geboren op [geboortedatum] ,
V-nummer: [nummer]

[verzoeker 2] ,

geboren op [geboortedatum] ,
V-nummer: [nummer]
allen van Nigeriaanse nationaliteit, samen te noemen verzoekers
(gemachtigde: mr. E.R. Hagenaars),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, de staatssecretaris

(gemachtigde: mr. D.L. Boer).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoekers tegen de afwijzing van de aanvraag van een verblijfsvergunning voor het doel ‘verblijf als familie- of gezinslid bij [naam moeder] ’.
1.1.
De staatssecretaris heeft deze aanvraag in het besluit van 13 december 2021 afgewezen. In het bestreden besluit van 22 mei 2023 op het bezwaar van verzoekers is de staatssecretaris bij de afwijzing van de aanvraag gebleven. Verzoekers hebben hiertegen beroep ingesteld.
2. De rechtbank heeft het verzoek, samen met het beroep, op 19 juli 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: [naam] (moeder van verzoekers), verzoekers, de gemachtigde van verzoekers, een tolk en de gemachtigde van de staatssecretaris.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

3. De voorzieningenrechter wijst het verzoek toe. In de uitspraak van vandaag op het beroep van verzoekers, zaaknummer NL23.15768, heeft de rechtbank het beroep gegrond verklaard en het bestreden besluit vernietigd. Er bestaat daarom aanleiding een voorlopige voorziening te treffen inhoudende dat verzoekers tot vier weken na de beslissing op bezwaar niet uit Nederland worden verwijderd.
4. Omdat het verzoek wordt toegewezen, krijgen verzoekers een vergoeding van hun proceskosten. De staatssecretaris moet deze vergoeding betalen. Deze vergoeding bedraagt € 1.674,00 omdat de gemachtigde van verzoekers een verzoekschrift heeft ingediend en aan de zitting heeft deelgenomen. Verder zijn er geen kosten gemaakt die kunnen worden vergoed.

Beslissing

De voorzieningenrechter:
- wijst het verzoek om een voorlopige voorziening toe en bepaalt dat verzoekers tot vier weken na de beslissing op bezwaar niet uit Nederland worden verwijderd;
- veroordeelt de staatssecretaris tot betaling van € 1.674,00 aan proceskosten aan verzoekers.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Munsterman, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. M. Lok, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.