Op 10 januari 2023 heeft de kinderrechter in de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige [minderjarige01]. De kinderrechter benadrukt het belang van een duidelijke toekomst voor de minderjarige, waarbij de maatregelen tot ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing tijdelijk zijn en gericht op verbetering van de situatie zodat de ouders weer in staat zijn om voor het kind te zorgen. De kinderrechter verzoekt de gecertificeerde instelling om het komende jaar concrete stappen te formuleren, zodat de ouders weten wat er van hen wordt verwacht.
De zaak is gestart naar aanleiding van een verzoekschrift dat op 22 november 2022 is ingediend. De ouders van [minderjarige01] hebben gezamenlijk het ouderlijk gezag, maar er zijn ernstige zorgen over hun vermogen om voor het kind te zorgen, onder andere door alcoholmisbruik en conflicten tussen hen. De minderjarige verblijft sinds 26 oktober 2020 bij pleegouders. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de problemen van de ouders nog steeds aanwezig zijn en dat de situatie onvoldoende is verbeterd om terugplaatsing van [minderjarige01] bij een van de ouders mogelijk te maken.
De kinderrechter heeft besloten om de ondertoezichtstelling van [minderjarige01] te verlengen tot 13 januari 2024, evenals de machtiging tot uithuisplaatsing. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.