ECLI:NL:RBDHA:2023:11794
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak na afwijzing asielaanvraag
Op 8 augustus 2023 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen een verzoeker en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De verzoeker had een asielaanvraag ingediend, die op 7 juli 2023 door de staatssecretaris was afgewezen als kennelijk ongegrond. De staatssecretaris had de verzoeker opgedragen Nederland onmiddellijk te verlaten en terug te keren naar Algerije. Tegen deze afwijzing heeft de verzoeker beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. Dit verzoek werd behandeld door de voorzieningenrechter op 3 augustus 2023, waarbij de verzoeker werd bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk aanwezig was. De staatssecretaris was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde.
Tijdens de zitting is het verzoek om een voorlopige voorziening samen met het beroep behandeld. De voorzieningenrechter heeft op 8 augustus 2023 uitspraak gedaan op het beroep van de verzoeker. Aangezien er inmiddels een uitspraak op het beroep was gedaan, was een voorlopige voorziening niet meer nodig. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening dan ook afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. M. Munsterman, in aanwezigheid van A.J. van Bruggen als griffier, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.