2.2.In de vennootschapsovereenkomst staat vermeld (voor zover relevant voor het onderhavige geschil):
“Artikel 4 Duur
1 De vennootschap/maatschap is aangegaan voor een onbepaalde tijd.
2 Ieder van de vennoten heeft het recht de vennootschap met inachtneming van artikel 14 door opzegging te beëindigen, mits zodanige opzegging geschiedt met inachtneming van een termijn van 6 maanden en niet anders dan tegen het einde van het boekjaar.
3 Opzegging moet geschieden per aangetekende brief gericht aan de andere vennoot.
[…]
Artikel 11 Winst-en-verliesdeling
[…]
Het resultaat(winst) wordt als volgt verdeeld:
Vennoot sub 1 (voorzieningenrechter: [gedaagde]
) 65% Vennoot sub 2 (voorzieningenrechter: [eiseres]
) 35%
[…]
Artikel 13 Beëindiging van de vennootschap/maatschap
De vennootschap/maatschap eindigt – onverminderd het bepaalde in artikel 7A:1684BW ten aanzien van de betreffende vennoot –:
[…]
b door ontbinding in onderling overleg, waarbij de vennoten bepalen aan wie de rechten als bedoeld in artikel 15 op voortzetting of toedeling zullen toekomen.
[…]
Artikel 14 Voortzettingsbeding / Toedelingsbeding
1 In geval van ontbinding van de vennootschap/maatschap is de vennoot, die niet de oorzaak van de ontbinding was of ten aanzien van wie de vennootschap/maatschap niet eindigde overeenkomstig artikel 14, bevoegd de onderneming van de vennootschap/maatschap, alleen of met anderen voort te zetten, waartoe hij zich van dat voornemen binnen 1 maand na de ontbinding schriftelijk dient te verklaren tegenover de andere vennoot of diens rechtsopvolgers of vertegenwoordigers.
2 In geval van voortzetting als in het vorige lid bedoeld is de uittredend vennoot c.q. diens vertegenwoordiger of rechtverkrijgenden, indien en voor zover de voortzettende vennoot binnen een periode van 3 maanden na het tijdstip van uittreden de wens daartoe te kennen geven, jegens de voortzettende vennoot verplicht mee te werken aan een zodanige verdeling van het vermogen van de vennootschap/maatschap dat alle bestanddelen die mede toebehoren aan de gewezen vennoot c.q. diens rechtverkrijgenden, worden toegedeeld aan de voortzettende vennoot onder de verplichting van deze om alle tot voormeld aandeel behorende schulden per de dag van toedeling voor hun rekening te nemen.
[…]
4 Vaststelling van de waarde van het wegens overbedeling verschuldigde zal geschieden in onderling overleg tussen de vennoten en bij gebreke van overeenstemming door een groep deskundigen waarvan één door de voortzettende vennoot, één door de uittredende vennoot en één door de aldus aangewezen deskundigen wordt aangewezen.
5 Het ter zake van overbedeling door één of meer vennoten aan de andere vennoot verschuldigde moet aan deze worden voldaan binnen 3 maanden na de ontbinding van de vennootschap/maatschap met bijberekening van de wettelijke rente vanaf die ontbindingsdatum.
Artikel 15 Liquidatie
1 Indien van de bevoegdheid tot voortzetting als vermeld in artikel 15 geen gebruik wordt gemaakt, zullen na ontbinding van de vennootschap/maatschap haar zaken zo spoedig mogelijk worden vereffend door de door de vennoten tezamen aan te wijzen vereffenaar […]”
[De voorzieningenrechter neemt aan dat in artikel 13 en 15 is bedoeld te verwijzen naar artikel 14 in plaats van 15].