ECLI:NL:RBDHA:2023:11727

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
4 augustus 2023
Publicatiedatum
4 augustus 2023
Zaaknummer
NL23.21214 en NL23.21215
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak na beslissing op verzet

Op 4 augustus 2023 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaken met de nummers NL23.21214 en NL23.21215. De voorzieningenrechter, mr. J.Y.B. Jansen, heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Dit verzoek was ingediend door verzoekers, vertegenwoordigd door hun gemachtigde mr. J.J. de Vries, tegen de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. A.A. Wildeboer. De aanleiding voor het verzoek was een besluit van de Staatssecretaris van 22 mei 2023, waarin de asielaanvragen van verzoekers niet in behandeling zijn genomen, omdat Duitsland verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van deze aanvragen.

Verzoekers hebben tegen dit besluit beroep ingesteld, maar de rechtbank heeft in een eerdere uitspraak op 18 juli 2023 het beroep kennelijk ongegrond verklaard. Hierop hebben verzoekers verzet ingesteld en gevraagd om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 3 augustus 2023 behandeld, waarbij zowel de gemachtigde van verzoekers als de gemachtigde van de Staatssecretaris aanwezig waren.

In de uitspraak van 4 augustus 2023 heeft de voorzieningenrechter geoordeeld dat een voorlopige voorziening niet meer nodig is, omdat er al op het verzet is beslist. Daarom is het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen en krijgen verzoekers geen proceskosten vergoed. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummers: NL23.21214 en NL23.21215

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaken tussen

[verzoeker] en [verzoekster] , verzoekers

V-nummers: [nummer] en [nummer]
(gemachtigde: mr. J.J. de Vries),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, de staatssecretaris

(gemachtigde: mr. A.A. Wildeboer).

Inleiding

1. In het besluit van 22 mei 2023 heeft de staatssecretaris de asielaanvragen van verzoekers niet in behandeling genomen op de grond dat Duitsland verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
1.1.
Verzoekers hebben hiertegen beroep ingesteld.
1.2.
Deze rechtbank en zittingsplaats heeft het beroep in de uitspraak van 18 juli 2023 kennelijk ongegrond verklaard met toepassing van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
1.3.
Verzoekers hebben tegen deze uitspraak verzet ingesteld en de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening verzocht.
1.4.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met het verzet, op 3 augustus 2023 op zitting behandeld. Aan de zitting hebben deelgenomen: de gemachtigde van verzoekers en de gemachtigde van de staatssecretaris.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

2. In de uitspraak van vandaag, zaaknummers NL23.15180 V en NL23.15182 V, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het verzet. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek daarom af.
3. Verzoekers krijgen geen vergoeding van hun proceskosten.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.Y.B. Jansen, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. M. Lok, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.