ECLI:NL:RBDHA:2023:11704

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
4 augustus 2023
Publicatiedatum
4 augustus 2023
Zaaknummer
NL23.18281 en NL23.18283
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag wegens verantwoordelijkheid Duitsland

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 4 augustus 2023 uitspraak gedaan in de zaken NL23.18281 en NL23.18283, waarin verzoekers, vertegenwoordigd door hun gemachtigde, een voorlopige voorziening vroegen in verband met hun aanvragen voor een verblijfsvergunning asiel. De aanvragen waren door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet in behandeling genomen, omdat Duitsland verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van deze aanvragen.

De verzoekers hebben tegen deze besluiten beroep ingesteld en vroegen de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 31 juli 2023, waar de verzoekers en verweerder zich lieten vertegenwoordigen door hun gemachtigden. Tijdens de zitting werd ook aandacht besteed aan de zaken NL23.18280 en NL23.18282, die gelijktijdig werden behandeld.

De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat, gezien de uitspraak die op dezelfde dag is gedaan in de andere zaken, er geen noodzaak meer was voor een voorlopige voorziening. Daarom heeft de voorzieningenrechter de verzoeken om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. M. Munsterman, in aanwezigheid van mr. M.J. Tijnagel, griffier, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummers: NL23.18281 en NL23.18283

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaken tussen

[naam] en [naam 2] , verzoekers

V-nummers: [nummer 2] en [nummer 2]
(gemachtigde: mr. A.M. Veld),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: A.N. Sap).

Procesverloop

Bij besluiten van 19 juni 2023 (de bestreden besluiten) heeft verweerder de aanvragen van verzoekers tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Duitsland verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoekers hebben tegen de bestreden besluiten beroep ingesteld. Zij hebben verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft de verzoeken, tezamen met de zaken NL23.18280 en NL23.18282, op 31 juli 2023 op zitting behandeld. Verzoekers hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL23.18280 en NL23.18282, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op de beroepen. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Munsterman, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. M.J. Tijnagel, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.