ECLI:NL:RBDHA:2023:117

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
5 januari 2023
Publicatiedatum
10 januari 2023
Zaaknummer
NL22.6451
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hersteluitspraak inzake niet-ontvankelijkheid van beroep in vreemdelingenrechtelijke zaak

Op 5 januari 2023 heeft de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, een hersteluitspraak gedaan in de zaak met zaaknummer NL22.6451. Deze uitspraak betreft een herziening van een eerdere uitspraak van 20 december 2022, waarin een kennelijke misslag is vastgesteld. De eiser, vertegenwoordigd door mr. M. Issa, had beroep ingesteld tegen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die werd bijgestaan door mr. S. Jairam. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eerdere uitspraak een fout bevatte die gecorrigeerd moest worden.

In de hersteluitspraak heeft de rechtbank bepaald dat de veroordeling van de verweerder in de proceskosten van de eiser komt te vervallen. Dit betekent dat de kosten die de eiser had moeten maken in het kader van de procedure niet meer door de verweerder vergoed hoeven te worden. De rechtbank heeft het dictum aangepast en verklaart het beroep van de eiser niet-ontvankelijk. Dit houdt in dat de rechtbank de zaak niet verder in behandeling neemt, omdat de eiser niet aan de vereisten voor ontvankelijkheid voldoet.

De uitspraak is gedaan door rechter mr. J.F.I. Sinack, met mr. E.C. Jacobs als griffier. De uitspraak is op 10 januari 2023 bekendgemaakt. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open, wat betekent dat de beslissing van de rechtbank definitief is.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL22.6451

hersteluitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam], eiser

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. M. Issa),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

(gemachtigde: mr. S. Jairam)

Overwegingen

Naar aanleiding van het bericht in het digitale dossier van verweerder van 30 december 2022 is gebleken dat de uitspraak in deze zaak van 20 december 2022 een kennelijke misslag bevat, die de rechtbank op hierna te melden wijze herstelt.

Beslissing

De rechtbank bepaalt dat de veroordeling van verweerder in de proceskosten van eiser in het dictum komt te vervallen.
Dit heeft tot gevolg dat het dictum als volgt komt te luiden:
“De rechtbank:
- verklaart het beroep niet-ontvankelijk.”
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.F.I. Sinack, rechter, in aanwezigheid van mr. E.C. Jacobs, griffier.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.