ECLI:NL:RBDHA:2023:117
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Hersteluitspraak inzake niet-ontvankelijkheid van beroep in vreemdelingenrechtelijke zaak
Op 5 januari 2023 heeft de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, een hersteluitspraak gedaan in de zaak met zaaknummer NL22.6451. Deze uitspraak betreft een herziening van een eerdere uitspraak van 20 december 2022, waarin een kennelijke misslag is vastgesteld. De eiser, vertegenwoordigd door mr. M. Issa, had beroep ingesteld tegen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die werd bijgestaan door mr. S. Jairam. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eerdere uitspraak een fout bevatte die gecorrigeerd moest worden.
In de hersteluitspraak heeft de rechtbank bepaald dat de veroordeling van de verweerder in de proceskosten van de eiser komt te vervallen. Dit betekent dat de kosten die de eiser had moeten maken in het kader van de procedure niet meer door de verweerder vergoed hoeven te worden. De rechtbank heeft het dictum aangepast en verklaart het beroep van de eiser niet-ontvankelijk. Dit houdt in dat de rechtbank de zaak niet verder in behandeling neemt, omdat de eiser niet aan de vereisten voor ontvankelijkheid voldoet.
De uitspraak is gedaan door rechter mr. J.F.I. Sinack, met mr. E.C. Jacobs als griffier. De uitspraak is op 10 januari 2023 bekendgemaakt. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open, wat betekent dat de beslissing van de rechtbank definitief is.