ECLI:NL:RBDHA:2023:11665

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
20 juni 2023
Publicatiedatum
3 augustus 2023
Zaaknummer
C/09/646936 / FA RK 23-3161
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Internationale kinderontvoering en opname van een vaststellingsovereenkomst in een rechtszaak

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Den Haag, betreft het een verzoek in het kader van internationale kinderontvoering. De moeder, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. L. Stam, heeft op 8 mei 2023 een verzoek ingediend. De vader, vertegenwoordigd door mr. N. Cloth, is als belanghebbende aangemerkt. De rechtbank heeft kennisgenomen van verschillende stukken, waaronder verzoekschriften en formulieren van beide partijen. Tijdens een regiezitting op 30 mei 2023 zijn beide ouders verschenen, samen met een vertegenwoordiger van de Raad voor de Kinderbescherming. De rechtbank heeft de behandeling aangehouden om partijen de gelegenheid te geven tot crossborder mediation te komen.

Op 7 juni 2023 heeft het Mediation Bureau gerapporteerd dat de mediation heeft geleid tot een vaststellingsovereenkomst. De rechtbank heeft vervolgens kennisgenomen van aanvullende stukken van beide partijen. De feiten van de zaak zijn als volgt: de ouders zijn van 2005 tot 2020 getrouwd geweest en hebben twee minderjarige kinderen. De vader heeft op 12 april 2023 de kinderen meegenomen naar Nederland, wat aanleiding gaf tot deze procedure. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gewone verblijfplaats van de kinderen in Nederland ligt, waardoor zij bevoegd is om te oordelen.

De moeder heeft verzocht om opname van de vaststellingsovereenkomst in de beschikking en om afgifte van een Brussel II ter certificaat. De rechtbank heeft geoordeeld dat het verzoek gegrond is en in het belang van de kinderen, en heeft de vaststellingsovereenkomst opgenomen in de beschikking. Tevens is het verzoek om afgifte van het Brussel II certificaat toegewezen. De beschikking is uitgesproken op 20 juni 2023 door mr. H.M. Boone, rechter en kinderrechter, en mr. M. Meijer als griffier.

Uitspraak

Rechtbank Den HAAG
Enkelvoudige Kamer
Rekestnummer: FA RK 23-3161
Zaaknummer: C/09/646936
Datum beschikking: 20 juni 2023

Internationale kinderontvoering/benoeming bijzondere curator

Beschikking in het kader van het op 8 mei 2023 ingekomen verzoek van:

[verzoekster] ,

de moeder,
wonende te [land] ,
advocaat: mr. L. Stam te ’s-Hertogenbosch.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:

[belanghebbende] ,

de vader,
wonende te [woonplaats] ,
advocaat: mr. N. Cloth te Heerlen.

Procedure

De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
 het verzoekschrift van 5 mei 2023, met bijlagen, van de zijde van de moeder;
 het F9 formulier van 10 mei 2023, met bijlagen, van de zijde van de moeder;
 het F9 formulier van 16 mei 2023, met bijlagen, van de zijde van de moeder.
Op 30 mei 2023 is de zaak ter zitting van deze rechtbank behandeld. Hierbij zijn verschenen: de vader, bijgestaan door zijn advocaat, alsmede de moeder, bijgestaan door haar advocaat en [naam] namens de Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de Raad). Het betrof hier een regiezitting met het oog op crossborder mediation in internationale kinderontvoeringszaken met als behandelend rechter, tevens kinderrechter, mr. H.M. Boone. De behandeling ter zitting is aangehouden.
Na genoemde regiezitting hebben de vader en de moeder getracht door middel van crossborder mediation, gefaciliteerd door het Mediation Bureau van het Centrum Internationale Kinderontvoering, tot een minnelijke regeling te komen. Op 7 juni 2023 heeft het Mediation Bureau de rechtbank bericht dat de mediation tussen partijen heeft geresulteerd in een vaststellingsovereenkomst.
De rechtbank heeft vervolgens kennisgenomen van de volgende stukken:
 de brief van 8 juni 2023, met bijlage, van de zijde van de moeder;
 het F9 formulier van 8 juni 2023 van de zijde van de vader.

Feiten

 De vader en de moeder zijn met elkaar getrouwd geweest van [datum 1] 2005 tot [datum 2] 2020.
 Zij zijn de ouders van de volgende nu nog minderjarige kinderen:
 [minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum 1] 2010 te [plaatsnaam 1] , [land] ;
 [minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum 2] 2006 te [plaatsnaam 2] .
 De vader en de moeder oefenen het gezamenlijk gezag over [minderjarige 1] en [minderjarige 2] uit.
 Op 12 april 2023 heeft de vader [minderjarige 1] bij de moeder opgehaald en is met hem naar Nederland vertrokken.
 De ouders en de kinderen hebben de Nederlandse nationaliteit.
 Bij beschikking van het gerechtelijke tribunaal te Montlucon, België, van 16 september 2022 is bepaald dat – voor zover hier van belang – de hoofdverblijfplaats van de kinderen bij de moeder is en dat een zorgregeling zal gelden, inhoudende dat [minderjarige 1] bij de vader is één keer per week op zaterdag tussen 14.00 en 18.00 uur, tenzij de ouders dit onderling anders afspreken.
 Bij beschikking van de rechtbank te Moulins, afdeling Allier, België, van 27 maart 2023 is een maatregel van opvoedondersteuning in een open omgeving opgelegd vanaf heden tot en met 30 september 2024.

Verzoek en verweer

De moeder heeft op 8 juni 2023 het teruggeleidingsverzoek en alle daarbij gedane overige
verzoeken ingetrokken en verzocht om de vaststellingsovereenkomst die de vader en de
moeder zijn overeengekomen in de beschikking op te nemen en tevens een Brussel II ter
certificaat af te geven, opdat de beslissing ook erken den ten uitvoer gelegd kan worden in
[land] .
De vader heeft bevestigd dat de vader en de moeder overeenstemming hebben bereikt en
verzoekt tevens de overeengekomen vaststellingsovereenkomst op te nemen in de
beschikking en een Brussel II ter certificaat af te geven.

Beoordeling

Opname vaststellingsovereenkomst
Nu de gewone verblijfplaats van [minderjarige 1] ten tijde van het (gewijzigde) verzoek in Nederland is gelegen, acht de rechtbank zich bevoegd om over het verzoek van de moeder (en ook de vader) naar Nederlands recht te beslissen. De rechtbank zal het verzoek als op de wet gegrond en in het belang van [minderjarige 1] toewijzen en een kopie van de vaststellingsovereenkomst aan deze beschikking hechten.
Afgifte Brussel II ter certificaat
De moeder verzoekt om afgifte van een certificaat Bijlage III op grond van de Verordening Brussel II ter (artikel 36 lid 1 onder b) af te geven, nu het certificaat en het afschrift van de beschikking samen een executoriale titel vormen voor de bevoegde autoriteiten in het buitenland.
De rechtbank zal conform het onweersproken en op de wet gegronde verzoek tegelijk met deze beschikking het bijbehorende certificaat afgeven.

Beslissing

De rechtbank:
neemt op de door de vader en de moeder getroffen afspraken, zoals neergelegd in de (in kopie) aan deze beschikking gehechte vaststellingsovereenkomst van 6 juni 2023 en verklaart de beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. H.M. Boone, rechter, tevens kinderrechter, bijgestaan door mr. M. Meijer als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 20 juni 2023.