Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser/verzoeker], eiser/verzoeker (hierna: eiser)
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Verweerder heeft de aanvraag afgewezen als kennelijk ongegrond. Verweerder stelt zich op het standpunt dat eiser zijn gestelde persoonlijke vrees voor de Jamaat-e Islami partij in Bangladesh niet aannemelijk heeft gemaakt. Dit is in voorgaande asielprocedures in rechte vast komen te staan. De in deze procedure overgelegde documenten en de door hem afgelegde verklaringen leiden niet tot een ander oordeel. Om die reden kan eiser volgens verweerder niet worden aangemerkt als vluchteling in de zin van het Vluchtelingenverdrag [6] en heeft eiser ook niet aannemelijk gemaakt dat hij bij terugkeer naar Bangladesh een reëel risico op ernstige schade loopt. De asielaanvraag is daarom afgewezen. Verweerder heeft de asielaanvraag daarbij kennelijk ongegrond verklaard, omdat het een opvolgende aanvraag is, die niet niet-ontvankelijk is verklaard.