ECLI:NL:RBDHA:2023:11580
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, uitspraak gedaan op het verzoek om een voorlopige voorziening van een verzoeker die een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd had aangevraagd. Het primaire besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, gedateerd 31 mei 2022, wees deze aanvraag af. De verzoeker heeft hiertegen bezwaar gemaakt en verzocht om een voorlopige voorziening. Op 26 juli 2022 heeft de staatssecretaris op het bezwaar beslist, maar de verzoeker heeft niet gereageerd op het verzoek van de voorzieningenrechter om het tweede verzoek om voorlopige voorziening in te trekken. De voorzieningenrechter heeft de zaak zonder zitting behandeld op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).