ECLI:NL:RBDHA:2023:11567
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijk verklaring van beroep inzake verblijfsvergunning regulier
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 14 juli 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de aanvraag van eiser om een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd. Eiser had bezwaar gemaakt tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, dat zijn aanvraag niet in behandeling werd genomen. Dit bezwaar werd door de staatssecretaris niet-ontvankelijk verklaard. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld.
De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser geen griffierecht heeft betaald, dat was vastgesteld op €184,-. Eiser heeft een beroep gedaan op betalingsonmacht, maar heeft geen gegevens aangeleverd ter onderbouwing van dit beroep. De griffier heeft eiser in de gelegenheid gesteld om binnen twee weken de benodigde gegevens aan te leveren, maar eiser heeft niet gereageerd.
De rechtbank concludeert dat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn is ontvangen en dat er geen verontschuldiging is voor het verzuim van eiser. Hierdoor is het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. W. Anker, rechter, en is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op de website van de Rechtspraak.