ECLI:NL:RBDHA:2023:11496
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 2 augustus 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, een Nigeriaanse man, had tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beroep ingesteld. Dit besluit, genomen op 4 juni 2023, wees zijn opvolgende asielaanvraag af als kennelijk ongegrond en legde hem een inreisverbod van twee jaar op. Verzoeker heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, omdat hij het niet eens was met het besluit van de staatssecretaris. De zitting vond plaats op 21 juni 2023, waarbij verzoeker werd bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. M.K. Bulthuis, en de staatssecretaris werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, N.A. Sap.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er op dezelfde dag ook uitspraak is gedaan in een andere zaak (NL23.16596) die verband houdt met het beroep van verzoeker. Aangezien er inmiddels een uitspraak is gedaan op het beroep, is de noodzaak voor een voorlopige voorziening komen te vervallen. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. F. Sijens, in aanwezigheid van griffier mr. P.C.J. Lindeijer, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.