ECLI:NL:RBDHA:2023:11453
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag Tsjaad en niet-ontvankelijkheid van beroep tegen afwijzing
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan over de asielaanvraag van een eiser afkomstig uit Tsjaad. De rechtbank heeft eerder een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid vernietigd, waarbij de asielaanvraag als kennelijk ongegrond was afgewezen. Eiser heeft op 25 mei 2023 de staatssecretaris in gebreke gesteld wegens het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag. Vervolgens heeft hij op 12 juni 2023 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit, geregistreerd onder zaaknummer NL23.17094. Op 15 juni 2023 heeft de staatssecretaris opnieuw de asielaanvraag afgewezen en eiser opgedragen Nederland onmiddellijk te verlaten, met een inreisverbod van twee jaar. Eiser heeft hiertegen op 16 juni 2023 beroep ingesteld, geregistreerd onder zaaknummer NL23.17652, en verzocht om een voorlopige voorziening.
De rechtbank heeft beide beroepen op 21 juli 2023 behandeld. De rechtbank oordeelt dat het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit ook betrekking heeft op het later genomen besluit, tenzij dit besluit geheel aan het eerdere beroep tegemoetkomt. De rechtbank concludeert dat dit niet het geval is, en dat het later ingediende beroep geen procesbelang heeft ten opzichte van het eerder ingediende beroep. Daarom verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. M. Munsterman, rechter, en openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.