ECLI:NL:RBDHA:2023:1145
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Herroeping van het EU-verblijfsrecht van een Unieburger en vergoeding van proceskosten in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 31 januari 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen een eiseres, een Italiaanse Unieburger, en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De eiseres had in 2019 een gevangenisstraf van vijf jaar gekregen wegens doodslag en was ongewenst verklaard. De Staatssecretaris beëindigde haar EU-verblijfsrecht en verklaarde haar bezwaar niet-ontvankelijk. Na intrekking van dit besluit werd het bezwaar gegrond verklaard, maar de kosten voor het voorlichtingsrapport werden niet vergoed. De rechtbank heeft het beroep van eiseres gegrond verklaard, oordelend dat de afwijzing van de proceskostenvergoeding onterecht was. De rechtbank concludeerde dat de herroeping van het primaire besluit onrechtmatig was, omdat deze was gebaseerd op een gewijzigd inzicht zonder dat er nieuwe feiten waren. De rechtbank heeft de Staatssecretaris veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten, inclusief de kosten van het voorlichtingsrapport, en heeft het bestreden besluit vernietigd.