Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 26 juni 2023 in de zaak tussen
[eiseres] B.V., gevestigd te [vestigingsplaats], eiseres
de inspecteur van de Belastingdienst, verweerder.
Procesverloop
[naam 3].
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 26 juni 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een B.V. gevestigd te [vestigingsplaats], en de inspecteur van de Belastingdienst. Het geschil betreft de naheffingsaanslag belasting van personenauto's en motorrijwielen (Bpm) die aan eiseres is opgelegd. De naheffingsaanslag bedraagt oorspronkelijk € 16.071, maar is bij uitspraak op bezwaar verminderd tot € 15.052. Eiseres heeft beroep ingesteld tegen deze beslissing.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres op haar aangifte van 6 augustus 2020 een bedrag van € 5.699 aan Bpm heeft voldaan voor de registratie van een Audi SQ5 3.0 SUV, waarbij een CO2-uitstoot van 289 gr/km is opgegeven. De auto is geïmporteerd uit de Verenigde Staten en beschikt niet over een Europese typegoedkeuring. Eiseres betwist de hoogte van de CO2-uitstoot en stelt dat deze lager zou moeten zijn, namelijk 189 gr/km, gebaseerd op referentievoertuigen die in Nederland zijn geregistreerd.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de inspecteur terecht is uitgegaan van de CO2-uitstoot van 289 gr/km, zoals vermeld op het Litouwse kentekenbewijs. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat eiseres niet heeft aangetoond dat er sprake is van een waardevermindering van de auto door ex-schade. De bewijslast hiervoor ligt bij eiseres, en zij heeft niet voldoende bewijs geleverd om haar standpunt te onderbouwen.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep van eiseres ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen kunnen binnen zes weken hoger beroep instellen bij het gerechtshof Den Haag.