ECLI:NL:RBDHA:2023:11420
Rechtbank Den Haag
- Bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Vaststellingsovereenkomst en nakoming van verplichtingen in civiele procedure
In deze civiele procedure, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Den Haag, is op 28 juni 2023 een vonnis gewezen in de zaak tussen een verhuurder en een bewindvoerder over de goederen van een huurder. De eisende partij, vertegenwoordigd door Bazuin & Partners Gerechtsdeurwaarders Rotterdam, heeft op 10 januari 2023 een dagvaarding ingediend. De gedaagde partij, vertegenwoordigd door mr. M.J.S. Spanjersberg, heeft gereageerd met een conclusie van antwoord. Tijdens de procedure hebben beide partijen op 21 juni 2023 een vaststellingsovereenkomst gesloten, die zij door middel van een rechterlijke uitspraak wilden bekrachtigen om een executoriale titel te verkrijgen.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de overeenkomst niet in een proces-verbaal kon worden opgenomen, omdat deze niet tijdens een zitting was opgemaakt. Daarom heeft de kantonrechter het verzoek van partijen opgevat als een verzoek om de regeling in een vonnis op te nemen. In het vonnis is besloten dat de inhoud van de vaststellingsovereenkomst wordt vastgelegd en dat een gewaarmerkt afschrift aan het vonnis wordt gehecht. Tevens is iedere partij veroordeeld tot nakoming van de verplichtingen die in de vaststellingsovereenkomst zijn vastgelegd. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Dit vonnis is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 28 juni 2023.