ECLI:NL:RBDHA:2023:11420

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
28 juni 2023
Publicatiedatum
1 augustus 2023
Zaaknummer
10282417 \ CV EXPL 23-197
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vaststellingsovereenkomst en nakoming van verplichtingen in civiele procedure

In deze civiele procedure, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Den Haag, is op 28 juni 2023 een vonnis gewezen in de zaak tussen een verhuurder en een bewindvoerder over de goederen van een huurder. De eisende partij, vertegenwoordigd door Bazuin & Partners Gerechtsdeurwaarders Rotterdam, heeft op 10 januari 2023 een dagvaarding ingediend. De gedaagde partij, vertegenwoordigd door mr. M.J.S. Spanjersberg, heeft gereageerd met een conclusie van antwoord. Tijdens de procedure hebben beide partijen op 21 juni 2023 een vaststellingsovereenkomst gesloten, die zij door middel van een rechterlijke uitspraak wilden bekrachtigen om een executoriale titel te verkrijgen.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de overeenkomst niet in een proces-verbaal kon worden opgenomen, omdat deze niet tijdens een zitting was opgemaakt. Daarom heeft de kantonrechter het verzoek van partijen opgevat als een verzoek om de regeling in een vonnis op te nemen. In het vonnis is besloten dat de inhoud van de vaststellingsovereenkomst wordt vastgelegd en dat een gewaarmerkt afschrift aan het vonnis wordt gehecht. Tevens is iedere partij veroordeeld tot nakoming van de verplichtingen die in de vaststellingsovereenkomst zijn vastgelegd. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Dit vonnis is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 28 juni 2023.

Uitspraak

Rechtbank den haag

Zittingsplaats Leiden
(CvR) (A)
Rolnr.: 10282417 \ CV EXPL 23-197
Datum: 28 juni 2023
Vonnis van de kantonrechter in de zaak:
[verhuurder],
gevestigd te [plaats] ,
eisende partij,
gemachtigde: Bazuin & Partners Gerechtsdeurwaarders Rotterdam,
tegen
[bewindvoerder],
gevestigd te [plaats] ,
in haar hoedanigheid als bewindvoerder over de goederen van [huurder] ,
gedaagde partij,
gemachtigde: mr. M.J.S. Spanjersberg.
Partijen worden hierna aangeduid als “ [verhuurder] ” en “ [huurder] ”.

1.1. Procedure

1.1.
De kantonrechter heeft kennis genomen van de volgende stukken:
 de dagvaarding d.d. 10 januari 2023;
 de conclusie van antwoord;
 de rolbeslissing d.d. 29 maart 2023;
 de akte uitlatingen van de zijde van [verhuurder] .

2.Overwegingen

2.1.
De gemachtigde van [verhuurder] heeft de kantonrechter bij brief van 21 juni 2023 geïnformeerd dat partijen een vaststellingsovereenkomst hebben gesloten en dat partijen die vaststellingsovereenkomst willen bekrachtigen door middel van een rechterlijke uitspraak, om aldus een executoriale titel te verkrijgen. De gemachtigde van gedaagde heeft dat bij brief van 21 juni 2023 bevestigd.
2.2.
Nu de kantonrechter de regeling niet in een proces-verbaal kan opnemen, omdat die regeling niet tijdens een zitting ten overstaan van de kantonrechter is opgemaakt, waarbij partijen het proces-verbaal mede kunnen ondertekenen, verstaat de kantonrechter het verzoek als een verzoek om de regeling in een vonnis op te nemen.
2.3.
Overeenkomstig het verzoek van partijen zal als volgt worden beslist. Met die beslissing is deze procedure geëindigd. De proceskosten zullen worden gecompenseerd.

3.Beslissing

De kantonrechter:
- verstaat dat partijen een vaststellingsovereenkomst hebben gesloten, waarvan de inhoud is vastgelegd in de vaststellingsovereenkomst en waarvan een gewaarmerkt afschrift aan dit vonnis wordt gehecht;
- veroordeelt ieder der partijen tot nakoming van de in die vaststellingsovereenkomst vastgelegde verplichtingen;
- compenseert de proceskosten, zo dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door kantonrechter mr. M.S. Vonck en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 28 juni 2023.